the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Leviticus 5
1 Wanneer iemand ene bezwering gehoord hebbende, als getuige, omdat hij het gezien of vernomen heeft, alzo mocht zondigen, dat hij het niet te kennen geeft, die is aan ene misdaad schuldig.2 Of wanneer iemand iets onreins aanraakt, hetzij een aas van een onrein dier of vee of gewormte en niet wist, dat hij onrein was, en zich schuldig gemaakt heeft;3 of wanneer iemand een onrein mens aanraakt, door welke onreinheid het ook zij, waardoor de mens onrein kan worden, en het niet wist, en hij wordt het gewaar, dat hij zich heeft schuldig gemaakt;4 of wanneer iemand een eed doet, die hem uit den mond ontglipte, om kwaad of goed te doen, gelijk een mens wel een eed ontglippen kan, eer hij het bedenkt, en hij wordt het gewaar, dat hij zich heeft schuldig gemaakt:5 wanneer het nu geschiedt, dat hij zich op zodanige wijs heeft schuldig gemaakt, en bekent, dat hij daarin gezondigd heeft,6 zo zal hij voor zijne schuld aan deze zonde, die hij gedaan heeft, den Heer een lam of ene geit van de kudde brengen tot een zondoffer; en alzo zal de priester hem zijne zonde verzoenen.
7 Maar is een lam boven zijn vermogen, zo brenge hij den Heer voor zijne zonde, die hij gedaan heeft, twee tortelduiven of twee jonge duiven; de eerste tot een zondoffer, de andere tot een brandoffer.8 En hij brenge die den priester; die zal de eerste tot een zondoffer bereiden, en haar den kop afnijpen achter den nek, maar niet afbreken.9 En hij zal van het bloed des zondoffers sprengen tegen de zijde van het altaar, en het overige bloed laten uitbloeden aan den voet des altaars. Dit is het zondoffer.10 Maar de andere zal hij tot een brandoffer bereiden, volgens het voorschrift; en alzo zal de priester hem zijne zonde, die hij gedaan heeft, verzoenen, en zij zal hem vergeven worden.11 Maar zijn twee tortelduiven of twee jonge duiven boven zijn vermogen, zo brenge hij, die gezondigd heeft, voor zijn offer een tiende deel van een efa meelbloem tot een zondoffer, maar hij zal er geen olie bijdoen noch er wierook opleggen, want het is een zondoffer12 En hij zal het tot den priester brengen; de priester nu zal een handvol daarvan nemen tot ene gedachtenis, en het op het altaar ontsteken tot een vuuroffer voor den Heer. Dit is een zondoffer.13 En de priester zal voor hem alzo zijne zonde, die hij gedaan heeft, verzoenen, en zij zal hem vergeven worden; en het zal voor den priester zijn, gelijk het spijsoffer.
14 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:15 Wanneer iemand zich onvoorziens vergrijpt, en zich bezondigt aan hetgeen den Heer gewijd is, zo zal hij zijn schuldoffer den Heer brengen, een ram van de kudde, zonder gebrek, die twee sikkels zilver waard is, naar den sikkel des heiligdoms, tot een schuldoffer.16 En hij zal datgene vergoeden, waaraan hij zich ten aanzien der heilige dingen bezondigd heeft, en het vijfde deel daarenboven geven, en hij zal het den priester geven; die zal hem verzoenen met den ram des schuldoffers, en het zal hem vergeven worden.17 Wanneer iemand zondigt, en doet tegen enig gebod des Heren, hetgeen hij niet doen moest, en het niet geweten heeft, die heeft zich schuldig gemaakt en is aan zijne misdaad schuldig.18 En hij zal een ram van de kudde, zonder gebrek, die een schuldoffer waard is, tot den priester brengen; die zal hem zijne onwetenheid, waarin hij gedwaald heeft, daar hij het niet wist, verzoenen; en het zal hem vergeven worden.19 Dit is het schuldoffer, waarin hij voor den Heer vervallen is.