the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Leviticus 23
1 En de Heer sprak tot Mozes zeggende:2 Spreek tot de kinderen Israls en zeg tot hen: Dit zijn de feesten des Heren, welke gij als heilig en als mijne feesten zult uitroepen, en op welke gij zult samenkomen.3 Zes dagen zult gij arbeiden, maar de zevende dag is de grote, heilige sabbat, op welken gij zult samenkomen; dan zult gij geen arbeid doen, want het is de sabbat des Heren in al uwe woningen.
4 Dit nu zijn de feesten des Heren, welke gij als heilige feesten zult uitroepen, en op welke gij zult samenkomen.5 Op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, is des Heren Pascha.6 En op den vijftienden dag van dezelfde maand is het feest der ongezuurde broden des Heren: zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten.7 De eerste dag zal onder u heilig zijn, op welken gij samenkomt; dan zult gij geen dienstwerk doen.8 En gij zult zeven dagen lang den Heer offers offeren; de zevende dag zal ook heilig zijn, op welken gij samenkomt; dan zult gij geen dienstwerk doen.9 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:10 Spreek tot de kinderen Israls en zeg tot hen: Wanneer gij in het land komen zult, hetwelk Ik u geven zal, en den oogst zult inzamelen, zo zult gij ene schoof van de eerstelingen van uwen oogst tot den priester brengen;11 en hij zal die schoof voor den Heer bewegen, opdat het van u aangenaam zij; dat zal de priester doen des anderen daags na den sabbat.12 En gij zult op dien dag, als uwe schoof bewogen wordt, den Heer een brandoffer brengen van een lam, dat zonder gebrek en njarig is;13 benevens het spijsoffer van twee tienden meelbloem, met olie gemengd, tot een offer eens liefelijken reuks voor den Heer; alsmede het drankoffer van wijn, een vierde deel van een hin.14 En gij zult geen nieuw brood, noch gezengde aren, noch koren te voren eten, tot op dien dag, dat gij uwen God het offer brengt. Dit zal ene eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen in al uwe woningen.
15 Daarna zult gij tellen van den dag na den sabbat, toen gij de beweegschoof bracht, zeven gehele sabbatten;16 tot op den dag na den zevenden sabbat zult gij tellen vijftig dagen, en dan zult gij een nieuw spijsoffer den Heer brengen.17 En gij zult het uit al uwe woningen brengen, namelijk twee beweegbroden van twee tienden meelbloem, gezuurd en gebakken, tot eerstelingen voor den Heer.18 En gij zult bij het brood offeren zeven njarige lammeren, zonder gebrek, en n jongen var, en twee rammen; zij zullen den Heer een brandoffer zijn met hun spijsoffers en drankoffers. Dit is een offer eens liefelijken reuks voor den Heer.19 Daarenboven zult gij bereiden een geitebok tot een zondoffer, en twee njarige lammeren tot een dankoffer.20 En de priester zal dat bewegen met het brood der eerstelingen voor den Heer, en met de twee lammeren; en het zal den Heer heilig en voor den priester zijn.21 En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat Hij onder u heilig is en gij samenkomt; geen dienstwerk zult gij doen. Ene eeuwige inzetting zal dit zijn bij uwe nakomelingen in al uwe woningen.22 Als gij nu den oogst van uw land afmaait, zo zult gij het niet ganschelijk op het veld afsnijden, ook niet alles nauwkeurig opzamelen, maar gij zult het aan de armen en vreemdelingen overlaten; want Ik ben de Heer, uw God.
23 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:24 Spreek tot de kinderen Israls en zeg: Op den eersten dag der zevende maand zult gij den heiligen sabbat des bazuingeschals tot ene gedachtenis houden en op dien dag samenkomen.25 Gij zult alsdan geen dienstwerk doen, maar gij zult aan den Heer offeren.26 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:27 Op den tienden dag van deze zevende maand is de Verzoendag. Die zal bij u heilig zijn en gij zult op dien dag samenkomen; alsdan zult gij uwe lichamen kastijden en den Heer een offer offeren.28 En gij zult geen arbeid doen op dien dag; want het is de Verzoendag, waarop gij verzoend wordt voor den Heer, uwen God.29 En wie zijn lichaam niet kastijdt op dien dag, zal uit zijn volk uitgeroeid worden.30 En wie op dien dag enigen arbeid doet, dien zal Ik uit zijn volk verdelgen.31 Daarom zult gij geen arbeid doen. Dit zal een eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen in al uwe woningen.32 Het is uw grote sabbat, opdat gij uwe lichamen kastijdt. Op den negenden dag der maand, des avonds, zult gij dezen sabbat houden, van den avond af tot den anderen avond.
33 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:34 Spreek tot de kinderen Israls, zeggende: Op den vijftienden dag dezer zevende maand is het feest der Loofhutten voor den Heer, zeven dagen.35 De eerste dag zal heilig zijn, op welken gij samenkomt; geen dienstwerk zult gij doen.36 Zeven dagen zult gij aan den Heer offeren; de achtste dag zal ook heilig zijn, op welken gij samenkomt, en gij zult uw offer den Heer brengen, want het is de dag der vergadering; geen dienstwerk zult gij doen.37 Dit zijn de feesten des Heren, welke gij voor heilig zult houden en op welke gij zult samenkomen, om aan den Heer te offeren brandoffer, spijsoffer, drankoffer, slachtoffer en andere offers, elk op zijnen dag;38 behalve de sabbatten des Heren, en uwe gaven, en alle geloften en vrijwillige gaven, welke gij den Heer geven zult.39 Maar op den vijftienden dag der zevende maand, als gij de opbrengst van het land hebt ingezameld, zult gij het feest des Heren houden zeven dagen lang; op den eersten dag is het sabbat, en op den achtsten dag is het ook sabbat.40 En gij zult op den eersten dag nemen vruchtdragende takken van schone bomen, palmtakken en twijgen van dichte bomen, alsook beekwilgen; en zeven dagen zult gij vrolijk zijn voor den Heer, uwen God.41 En alzo zult gij den Heer dat feest jaarlijks houden, zeven dagen. Dit zal ene eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen, om het in de zevende maand zo te vieren.42 Zeven dagen zult gij in loofhutten wonen; wie een inboorling in Isral is, zal in loofhutten wonen,43 opdat uwe nakomelingen weten, dat Ik de kinderen Israls heb laten wonen in hutten, toen Ik hen uit Egypteland voerde, Ik, de Heer, uw God.44 En Mozes gebood aan de kinderen Israls deze feesten des Heren.