the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Leviticus 12
1 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:2 Spreek met de kinderen Israls, zeggende; Wanneer ene vrouw zwanger wordt en een jongsken baart, zo zal zij zeven dagen onrein zijn, zolang hare krankheid duurt.3 En op den achtsten dag zal men het vlees zijner voorhuid besnijden.4 En zij zal drie en dertig dagen te huis blijven, gedurende het bloed harer reiniging; niets heiligs zal zij aanraken, en tot het heiligdom zal zij niet komen, eer de dagen harer reiniging om zijn.5 Maar baart zij een meisje, zo zal zij twee weken onrein zijn, zolang hare krankheid duurt; en zij zal zes en zestig dagen te huis blijven, gedurende het bloed harer reiniging.
6 En wanneer de dagen harer reiniging om zijn, voor den zoon of voor de dochter, zo zal zij een njarig lam tot een brandoffer en ene jonge duif of ene tortelduif tot een zondoffer brengen tot den priester, voor den ingang van de tent der samenkomst.7 Die zal dat offeren voor den Heer, en haar verzoenen; dan wordt zij rein van haren vloed. Dit is de wet voor ene vrouw, die een jongsken of meisje baart.8 Maar is een lam boven haar vermogen, zo neme zij twee tortelduiven of twee jonge duiven, de ene tot een brandoffer, de andere tot een zondoffer; zo zal de priester haar verzoenen, opdat zij rein worde.