Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Richteren 4

1 En de kinderen Israls deden al verder hetgeen kwaad was voor den Heer, toen Ehud gestorven was.

2 En de Heer verkocht hen in de hand van Jabin, den koning der Kananieten, die te Hazor regeerde; en zijn veldheer was Sisera, en deze woonde te Harseth-Gojim.

3 En de kinderen Israls riepen tot den Heer; want hij had negenhonderd ijzeren wagens, en verdrukte de kinderen Israls gewelddadig twintig jaar.

4 En Debora, een profetes, de huisvrouw van Lappidoth, richtte Isral in dien tijd;

5 en zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en Beth-El, op het gebergte van Efram, en de kinderen Israls kwamen tot haar opwaarts voor het gericht.

6 Deze nu zond heen en ontbood Barak, den zoon van Abinam, uit Kedes in Naftali, en liet aan hem zeggen: Heeft de Heer, de God van Isral, u niet geboden: Ga heen en trek op den berg Tabor, en neem tien duizend man met u van de kinderen van Naftali en Zebulon?

7 Want Ik zal Sisera, den veldheer van Jabin, met zijne wagens en met zijne menigte, tot u doen trekken aan de beek Kison, en Ik zal hem in uwe hand geven.

8 En Barak sprak tot haar: Is het, dat gij met mij trekt, zo wil ik ook trekken; maar trekt gij niet met mij, zo wil ik ook niet trekken.

9 En zij sprak: Ik zal met u trekken; doch gij zult er om dit uw doen de eer niet van hebben, maar de Heer zal Sisera in de hand van ene vrouw overgeven. Alzo maakte Debora zich op, en trok met Barak naar Kedes.

10 Toen riep Barak Zebulon en Naftali naar Kedes, en hij trok te voet op met tienduizend man, en Debora trok ook met hem.

11 (Heber nu, de Keniet, had zich afgescheiden van de Kenieten, de kinderen van Hobab, den schoonvader van Mozes, en had zijne hut opgeslagen bij den eik te Zanam bij Kedes.)

12 Toen werd aan Sisera gezegd, dat Barak, de zoon van Abinam, naar den berg Tabor getrokken was.

13 En hij riep al zijne wagens bijeen, negenhonderd ijzeren wagens, en al het volk, dat met hem was, van Harseth-Gojim naar de beek Kison.

14 En Debora sprak tot Barak: Op! dit is de dag, op welken de Heer Sisera in uwe hand gegeven heeft; want de Heer zal voor u uittrekken. Alzo trok Barak van den berg Tabor af, en de tienduizend man hem achterna.

15 En de Heer verschrikte Sisera, met al zijne wagens en het gehele heir, voor de scherpte des zwaards van Barak, zodat Sisera van zijnen wagen sprong en te voet vluchtte.

16 En Barak joeg de wagens en het heir na tot Harseth-Gojim toe; en al het heir van Sisera viel door de scherpte des zwaards, zodat er niet n overbleef.

17 Sisera nu vluchtte te voet in de hut van Jal, de huisvrouw van Heber, den Keniet; want Jabin, de koning van Hazor, en het huis van Heber den Keniet waren met elkander in vrede.

18 Jal nu ging uit Sisera te gemoet, en sprak tot hem: Wijk, mijn heer, wijk herwaarts tot mij, vrees niet. En hij week bij haar in hare hut, en zij dekte hem met een dekkleed toe.

19 En hij sprak tot haar: Geef mij toch een weinig water te drinken, want ik heb dorst. Toen deed zij een melkpot open, en gaf hem te drinken, en dekte hem toe.

20 En hij sprak tot haar: Treed in de deur der hut; en als er iemand komt en vraagt, of hier iemand is, zo zeg: Niemand.

21 Toen nam Jal, de huisvrouw van Heber, een nagel van de hut en een hamer in hare hand, en ging stil tot hem, en sloeg hem den nagel door den slaap zijns hoofds, dat die in den grond inzonk; hij nu was in diepen slaap gevallen en afgemat, en stierf.

22 En toen Barak Sisera najoeg, ging Jal hem te gemoet naar buiten, en sprak tot hem: Kom herwaarts, ik zal u den man tonen, dien gij zoekt. En toen hij tot haar inkwam, lag Sisera dood, en de nagel stak in den slaap zijns hoofds.

23 Alzo heeft God in dien tijd Jabin, den koning der Kananieten, ten onder gebracht voor de kinderen Israls.

24 En de hand der kinderen Israls ging voort en werd sterk tegen Jabin, den koning der Kananieten, totdat zij hem hadden uitgeroeid.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile