Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jozua 21

1 Toen traden de hoofden der vaderen onder de Levieten tot den priester Eleazar, en tot Jozua, den zoon van Nun, en tot de hoofden der vaderen onder de stammen der kinderen Israls;2 en zij spraken tot hen te Silo in het land Kanan, zeggende: De Heer heeft door Mozes geboden, dat men ons steden geven zou om te bewonen, en hare voorsteden voor ons vee.3 Toen gaven de kinderen Israls den Levieten van hunne erfdelen, naar het bevel des Heren, deze steden en hare voorsteden.4 En het lot viel op het geslacht der Kohathieten; en aan de kinderen van Aron, den priester, uit de Levieten werden door het lot gegeven dertien steden van den stam van Juda, van den stam van Simeon, en van den stam van Benjamin;5 en aan de overige kinderen van Kohath, van hetzelfde geslacht, werden door het lot gegeven tien steden van den stam van Efram, van den stam van Dan en van den halven stam van Manasse.6 En aan de kinderen van Gerson, van hetzelfde geslacht, werden door het lot gegeven dertien steden van den stam van Issaschar, van den stam van Aser, en van den stam van Naftali, en van den halven stam van Manasse in Basan.7 Aan de kinderen van Merari, naar hunne geslachten, werden gegeven twaalf steden van den stam van Ruben, van den stam van Gad, en van den stam van Zebulon.8 Alzo gaven de kinderen Israls aan de Levieten door het lot deze steden en hare voorsteden, gelijk de Heer door Mozes geboden had.

9 Van den stam der kinderen van Juda en van den stam der kinderen van Simeon gaven zij deze steden, die zij met name noemden;10 namelijk aan de kinderen van Aron, van het geslacht der Kohathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was voor hen.11 Zo gaven zij hun Kirjath-Arba, den vader van Enak-- dat is Hebron--op het gebergte van Juda, en hare voorsteden rondom haar;12 maar den akker der stad en hare dorpen gaven zij aan Kaleb, den zoon van Jefunne, tot zijn erfdeel.13 Alzo gaven zij aan de kinderen van Aron, den priester, de vrijstad voor de doodslagers, Hebron en hare voorsteden, Libna en hare voorsteden,14 Jattir en hare voorsteden, Estema en hare voorsteden,15 Holon en hare voorsteden, Debir en hare voorsteden,16 Ain en hare voorsteden, Jutta en hare voorsteden, Beth-Smes en hare voorsteden: negen steden van deze twee stammen.17 En uit den stam van Benjamin gaven zij Gibeon en hare voorsteden, Geba en hare voorsteden,18 Anathoth en hare voorsteden, Almon en hare voorsteden: vier steden.19 Zodat al de steden der kinderen van Aron, den priester, waren dertien met hare voorsteden.20 En aan de geslachten der overige kinderen van Kohath, de Levieten, werden door het lot gegeven vier steden uit den stam van Efram;21 en zij gaven hun de vrijstad voor de doodslagers, Sichem en hare voorsteden, op het gebergte van Efram, Gezer en hare voorsteden,22 Kibzam en hare voorsteden, Beth-Horon en hare voorsteden.23 Uit den stam van Dan vier steden: Eltek en hare voorsteden, Gibbethon en hare voorsteden,24 Ajjalon en hare voorsteden, Gath-Rimmon en hare voorsteden.25 Uit den halven stam van Manasse twee steden: Tanach en hare voorsteden, Gath-Rimmon en hare voorsteden;26 zodat al de steden der overige kinderen van het geslacht van Kohath waren tien met hare voorsteden.27 En aan de kinderen van Gerson, uit de geslachten der Levieten, werden gegeven uit den halven stam van Manasse twee steden: de vrijstad voor de doodslagers, Golan in Basan en hare voorsteden, Bestera en hare voorsteden.28 Uit den stam van Issaschar vier steden: Kisjon en hare voorsteden, Dobrath en hare voorsteden,29 Jarmuth en hare voorsteden, En-Gannim en hare voorsteden.30 Uit den stam van Aser vier steden: Misal en hare voorsteden, Abdon en hare voorsteden,31 Helkath en hare voorsteden, Rehob en hare voorsteden.32 Uit den stam van Naftali drie steden: de vrijstad voor de doodslagers Kedes in Galila en hare voorsteden, Hammoth-Dor en hare voorsteden, Kartan en hare voorsteden:33 zodat al de steden van het geslacht der Gersonieten waren dertien steden met hare voorsteden.34 En aan de geslachten der kinderen van Merari, de nog overige Levieten, werden gegeven uit den stam van Zebulon vier steden: Jokneam en hare voorsteden, Karta en hare voorsteden,35 Dimna en hare voorsteden, Nahalal, en hare voorsteden.36 Uit den stam van Ruben vier steden: Bezer en hare voorsteden, Jahza en hare voorsteden,37 Kedemoth en hare voorsteden, Mefath en hare voorsteden.38 Uit den stam van Gad vier steden: de vrijstad voor de doodslagers, Ramoth in Gilead en hare voorsteden, Mahanam en hare voorsteden,39 Hesbon en hare voorsteden, Jazer en hare voorsteden;40 zodat al de steden van de kinderen van Merari, de nog overige Levieten, naar hunne geslachten, waren, volgens hun lot, twaalf steden.41 Al de steden der Levieten, onder het erfdeel der kinderen Israls, waren acht en veertig met hare voorsteden.42 En elk van deze steden had hare voorstad rondom zich, de ene als de andere.

43 Alzo gaf de Heer aan Isral al het land, hetwelk Hij gezworen had hunnen vaderen te zullen geven, en zij namen het in en woonden daarin.44 En de Heer gaf hun rust van rondom, naar alles wat Hij hunnen vaderen gezworen had; en niemand van al hunne vijanden wederstond hen, maar al hunne vijanden gaf Hij in hunne hand.45 Er ontbrak niets van al het goede, dat de Heer tot het huis van Isral gesproken had: het werd alles vervuld.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile