the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Job 23
1 Job antwoordde en sprak:2 Mijne rede blijft nog bedroefd; mijne macht is zwak wegens mijn zuchten.3 Och, dat ik wist, hoe ik Hem vinden en tot zijnen troon doordringen kon:4 ik zou Hem het recht voorleggen, en den mond met verdedigingen vullen,5 en de redenen leren kennen, welke Hij mij zou antwoorden, en vernemen wat Hij mij zeggen zou.6 Zou Hij naar de grootheid zijner macht met mij richten? Neen, Hij zou zich niet aldus tegen mij stellen,7 maar mij voorleggen hetgeen billijk is, en ik zou mijn recht wel winnen.
8 Maar ga ik nu voorwaarts, zo is Hij er niet; ga ik achterwaarts, zo bespeur ik Hem niet;9 is Hij ter linkerhand, zo grijp ik Hem niet; verbergt Hij zich ter rechterhand, zo zie ik Hem niet.10 Maar Hij kent mijnen weg; Hij beproeve mij, zo zal ik bevonden worden als het goud.11 Want ik zet mijnen voet op zijne baan, en houd zijnen weg en wijk niet af,12 en overtreed het gebod zijner lippen niet, maar bewaar de redenen zijns monds meer dan ik schuldig ben.
13 Hij is nig: wie zou Hem weren? Hij maakt het zoals Hij wil.14 En Hij zal volbrengen wat voor mij bestemd is, en er is nog meer overig.15 Daarom verschrik ik voor Hem; en als ik het merk, zo vrees ik voor Hem.16 God heeft mijn hart week gemaakt, en de Almachtige heeft mij verschrikt;17 want de duisternis neemt voor mij geen einde, en de donkerheid wil voor mij niet bedekt worden.