Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Job 15

1 Toen antwoordde Elifaz van Teman en sprak:2 Zal een wijs man zulke opgeblazen woorden spreken, en zijn buik zo vullen met ijdele redenen?3 Gij verantwoordt u met woorden, die niet deugen, en uw spreken is onnut.4 Gij hebt de vrees laten varen, en spreekt te verachtelijk voor God.5 Want uwe misdaad leert uwen mond alzo, en gij hebt ene arglistige tong verkozen.6 Uw tong zal u verdoemen, en niet ik; en uwe lippen zullen u antwoorden.7 Zijt gij de eerste mens, die geboren werd, of zijt gij Vr alle heuvelen ontvangen?8 Hebt gij Gods geheimen raad gehoord, en hebt gij de wijsheid naar u toegetrokken?9 Wat weet gij, dat wij niet weten? Wat verstaat gij, dat niet ook bij ons is?10 Onder ons zijn grijzen en ouden, die langer geleefd hebben dan uwe vaderen.11 Zouden Gods vertroostingen zo weinig bij u gelden? Maar gij heb nog iets geheims bij u.12 Wat neemt uw hart voor, hoe ziet gij zo groots?13 Wat stelt zich uw wrevel tegen God, dat gij zulke redenen uit uwen mond laat gaan?14 Wat is de mens, dat hij rein zou zijn; en die van ene vrouw geboren is, dat hij rechtvaardig zou zijn?15 Zie, onder zijne heiligen is niemand onberispelijk, en de hemelen zijn niet rein voor hem:16 hoeveel te meer is een mens gruwelijk en snood, die het onrecht indrinkt als water!

17 Ik wil het u tonen, hoor toe; en wat ik gezien heb, dat zal ik u verhalen;18 wat de wijzen gezegd hebben, en hunnen vaderen niet verborgen geweest is,19 aan wie alleen het land gegeven is, dat er geen vreemde doortrekken mocht.20 De goddeloze beeft, zolang hij leeft en den tyran is het getal zijner jaren verborgen.21 Wat hij hoort, dat verschrikt hem; en al is het vrede, zo vreest hij toch, dat de verderver komt.22 Hij gelooft niet, dat hij het ongeluk kan ontvlieden, en hij vermoedt altoos het zwaard.23 Hij trekt her waarts en derwaarts als om brood, en hij denkt altoos, dat de tijd zijns ongeluks ophanden is.24 Angst en nood verschrikken hem en slaan hem terneder, als een koning met een heir.25 Want hij heeft zijne hand tegen God uitgestrekt, en tegen den Almachtige zich aangekant;26 hij loopt met den kop tegen Hem aan, en vecht halsstarrig tegen Hem;27 hij zwelt op van zwaarlijvigheid, en maakt zich vet en dik.28 Echter zal hij in verwoeste steden wonen, waar geen huizen zijn, en die overhoop liggen.29 Hij zal niet rijk blijven, en zijn goed zal niet bestaan; en zijn geluk zal zich niet uitbreiden in het land.30 Ongeval zal niet van hem afblijven; de vlam zal zijne takken verdorren, en door den adem haars monds hem verteren.31 Hij zal niet bestaan, want hij is in zijn ijdelen waan bedrogen; en ijdelheid zal zijn loon worden.32 Hij zal een einde nemen, als het hem ongelegen komt, en zijn tak zal niet bloeien.33 Hij zal afgerukt worden als ene ontijdige druif van den wijnstok, en gelijk een olijfboom zijnen bloesem afwerpt.34 Want de vergadering der huichelaars zal eenzaam blijven, en het vuur zal de hutten dergenen, die geschenken nemen, verslinden.35 Zij gaan zwanger van ongeluk en baren moeite, en hun schoot brengt bedrog voort.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile