the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jeremia 45
1 Dit is het woord, hetwelk de profeet Jeremia sprak tot Baruch, den zoon van Nera, toen hij deze woorden uit den mond van Jeremia in een boek schreef, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josa, den koning van Juda, zeggende:2 Dus spreekt de Heer Zebath, Israls God, aangaande u, o Baruch:3 Gij zegt: Wee mij, de Heer heeft jammer aan mijne smart toegevoegd; ik zucht mij moede en vind geen rust.4 Zeg tot hem aldus: Zo spreekt de Heer; Zie, hetgeen Ik gebouwd heb, dat breek Ik af, en hetgeen Ik geplant heb, dat roei Ik uit, ja zelfs dit ganse land;5 en gij zoudt voor u grote dingen begeren? Begeer ze niet; want zie, Ik zal ongeluk doen komen over alle vlees, spreekt de Heer; maar u zal Ik uwe ziel tot een buit geven, aan elke plaats, waarheen gij u begeven zult.