the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jeremia 19
1 Dus spreekt de Heer: Ga heen, met enige van de oudsten des volks en van de oudste priesters, en koop ene aarden kruik van den pottenbakker;2 en ga uit naar het dal van Ben-Hinnom, dat voor de Tichelpoort ligt, en predik aldaar de woorden, die Ik tot u spreek,3 en zeg: Hoort het woord des Heren, gij koningen van Juda en gij inwoners van Jeruzalem: dus spreekt de Heer Zebath, Israls God: Zie, Ik zal een ongeluk brengen over deze plaats, waarvan een ieder, die het horen zal, de oren zullen klinken;4 dewijl zij Mij verlaten, en deze plaats een vreemden god gegeven hebben en anderen goden aldaar gewierookt hebben, die zij noch hunne vaderen noch de koningen van Juda gekend hebben, en deze plaats met onschuldig bloed hebben vervuld:5 want zij hebben voor Bal hoogten gebouwd, om hunne kinderen te verbranden, Bal tot brandoffers; hetgeen Ik hun niet geboden en waarvan Ik niet gesproken heb, en dat nooit in mijn hart is opgekomen.6 Daarom zie, de tijd zal komen, spreekt de Heer, dat men deze plaats niet meer noemen zal Tofeth of dal van Ben-Hinnom, maar moord-dal;7 want Ik zal den godsdienst van Juda en Jeruzalem te dezer plaatse vernietigen, en zal hen door het zwaard doen vallen voor het aangezicht hunner vijanden en in de hand dergenen, die hun naar het leven staan; en Ik zal hunne dode lichamen aan de vogels des hemels en de dieren der aarde ter verslinding geven.8 En Ik zal deze stad woest en tot een spot maken, zodat allen, die er voorbijgaan, zich verwonderen zullen, en haar nog beschimpen in hare plagen.9 Ik zal hen het vlees hunner zonen en dochters doen eten, en de een zal des anderen vlees eten, in den nood en angst, met welke hunne vijanden en die hen naar het leven staan hen benauwen zullen.
10 Dan zult gij de kruik verbreken voor de ogen der mannen, die met u gegaan zijn,11 en tot hen zeggen: Dus spreekt de heer Zebath: Zoals men een pottenbakkervat verbreekt, dat niet weder heel kan worden, zo zal Ik dit volk en deze stad ook verbreken; en men zal hen in Tofeth begraven, dewijl er geen plaats voor begraven meer zal zijn.12 Alzo zal Ik met deze plaats en hare inwoners doen, spreekt de Heer, dat deze stad worden zal als Tofeth.13 Ook zullen de huizen van Jeruzalem en de huizen der koningen van Juda even zo onrein worden als de plaatsen van Tofeth; al die huizen, op welker daken zij aan al het heir des hemels gewierookt en aan vreemde goden drankoffers geofferd hebben.14 En toen Jeremia weder van Tofeth kwam, waarheen de Heer hem gezonden had om te profeteren, trad hij in het voorhof des Heren, en sprak tot al het volk:15 Dus spreekt de Heer Zebath, Israls God: Zie Ik zal over deze stad en over al hare steden al het ongeluk brengen, hetwelk Ik tegen haar gesproken heb, omdat zij hardnekkig zijn en naar mijne woorden niet willen horen.