Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jeremia 12

1 Heer, of ik al met U richten wilde, zo behoudt Gij toch recht; evenwel moet ik van het recht met U spreken. Waarom gaat het toch den goddelozen zo wl, en hebben de verachters overvloed van alles?2 Gij hebt hen geplant, dat zij inwortelen, ook wassen zij en dragen vrucht. Gij zijt wel nabij in hunnen mond, maar ver van hun hart.3 Maar Gij, Heer, kent mij, en ziet mij, en beproeft mijn hart voor u. Drijf hen weg als schapen, opdat zij geslacht worden; en spaar hen voor den dag der doding.4 Hoelang zal toch het land zo jammerlijk staan, en het gras op het veld overal verdorren om de boosheid der inwoners, zodat er geen vee noch vogels meer zijn? Want zij zeggen: Hij ziet niet, hoe het met ons zal aflopen.5 Als zij, die te voet gaan, u moede maken, hoe zal het u dan gaan, als gij met de ruiters lopen zult? En zo gij slechts moed hebt in een land, waar de vrede is, wat zult gij dan doen in de verheffing van den Jordaan?6 Want zelfs verachten u uwe broeders en uws vaders huis, en roepen vreeselijk over u; daarom vertrouw niet op hen, al spreken zij vriendelijk tegen u.

7 Daarom heb Ik mijn huis verlaten, en mijn erfdeel verstoten, en hetgeen mijne ziel beminde heb Ik in de hand der vijanden overgeleverd.8 Mijne erfenis is Mij geworden als een leeuw in het woud, en brult tegen Mij; daarom ben Ik toornig op haar geworden.9 Mijne erfenis is als een gesprenkelde vogel, om welken zich de vogels verzamelen. Welaan, verzamelt u, alle wild gedierte des velds; komt en verslindt.10 Herders in menigte hebben mijnen wijngaard verdorven en mijnen akker vertreden; zij hebben mijnen schonen akker tot ene woestijn gemaakt, tot een woeste wildernis;11 Ik zie alreeds, hoe jammerlijk hij verwoest is; ja, het gehele land is woest en niemand wil het ter harte nemen.12 Want de verwoesters komen herwaarts over alle heuvels der woestijn, en het zwaard des Heren verteert van het ene einde des lands tot aan het andere, en geen vlees zal vrede hebben.13 Zij zaaien tarwe, maar distels zullen zij maaien; zij doen veel moeite, maar zij zullen het niet genieten: zij zullen van hunne inkomsten niet verblijd worden, wegens den groten toorn des Heren.

14 Dus spreekt de Heer: Aangaande al mijne boze naburen, die mijn erfdeel aantasten, hetwelk Ik aan mijn volk Isral heb uitgedeeld: zie, Ik zal hen uit hun land wegrukken, en het huis van Juda wegrukken uit het midden van hen;15 maar als Ik hen heb weggerukt, zal Ik mij weder over hen ontfermen, en zal een ieder weder tot zijn erfdeel en in zijn land brengen.16 En het zal geschieden, zo zij van mijn volk leren zullen te zweren bij mijnen naam: "Zo waarachtig de Heer leeft", gelijk zij voorheen mijn volk geleerd hebben te zweren bij Bal, zo zullen zij weder onder mijn volk gebouwd worden.17 Maar indien zij niet willen horen, zal Ik zodanig volk uitroeien en verdelgen, spreekt de Heer.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile