Read the Bible

¹ In dien tijd zullen zeven vrouwen nen man aangrijpen, en zeggen: Wij zullen onszelven voeden en kleden: laat ons slechts naar uwen naam genoemd worden, opdat onze smaad van ons genomen worde.

² In dien tijd zal de Spruit des Heren lief en dierbaar zijn, en de vrucht des lands heerlijk en schoon voor degenen, die behouden worden in Isral.³ En wie overgebleven zal zijn te Sion en overgelaten te Jeruzalem, die zal heilig heten, alwie aangeschreven is onder de levenden te Jeruzalem.⁴ Dan zal de Heer de onreinheid van Sions dochters afwassen, en de bloedschulden van Jeruzalem van haar verdrijven door den Geest, die richten en een vuur ontsteken zal.⁵ En de Heer zal over alle woningen van den berg Sion en over al hare vergaderplaatsen ene rookwolk scheppen bij dag, en een vuurglans, die vlammen zal, bij nacht, want er zal ene bescherming zijn over alles wat heerlijk is.⁶ En er zal ene hut zijn tot ene schaduw bij dag tegen de hitte, en ene toevlucht en verberging tegen onweder en regen.