Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jesaja 3

1 Want zie, de Heer, de Heer Zebath, zal van Jeruzalem en Juda wegnemen allerlei voorraad, allen voorraad van brood en allen voorraad van water;2 helden en krijgsvolk, rechters, profeten, waarzeggers en oudsten,3 hoofdlieden over vijftig en aanzienlijke lieden, raadslieden en wijze werkmeesters en schrandere, welsprekende mannen.4 En ik zal hun jongelingen tot vorsten geven, en kinderen zullen over hen heersen.5 En het volk zal de een den ander en elk zijnen naaste verdrukken, en de jongeling zal zich verheffen tegen den oude, en de verachte tegen den aanzienlijke.6 Dan zal iemand zijnen broeder uit zijns vaders huis aangrijpen en zeggen: Gij hebt klederen, wees onze vorst; herstel dit verval.7 Maar hij, hij zal in dien tijd zweren en zeggen: Ik ben geen heelmeester, er is noch brood noch kleed in mijn huis; stelt mij niet tot vorst over het volk.8 Want Jeruzalem neigt ten val en Juda ligt terneder, dewijl hunne tong en hun doen tegen den Heer is, dat zij de ogen zijner majesteit wederstreven.

9 Zij schamen zich niet over hun doen, en beroemen zich op hunne zonde, gelijk te Sodom, en verbergen ze niet. Wee hun, zij brengen zichzelven in alle ongeluk.10 Verkondigt den rechtvaardigen, dat zij het goed zullen hebben, want de vruchten hunner werken zullen zij eten;11 maar wee den goddelozen, het zal hun kwalijk gaan, en hun zal vergolden worden gelijk zij verdienen.12 Kinderen zijn de drijvers van mijn volk, en vrouwen heersen over hen. Mijn volk, uwe leidslieden verleiden u, en verderven den weg, op welken gij gaan moet.13 Maar de Heer staat daar om te richten en is opgetreden om de volken te vonnissen,14 en de Heer komt ten gerichte tegen de oudsten zijns volks en tegen deszelfs vorsten; want gij hebt den wijnberg bedorven, en de roof der armen is in uwe huizen.15 Waarom vertreedt gij mijn volk, en verbrijzelt den persoon der ellendigen? spreekt de Heer, de Heer Zebath.

16 En de Heer spreekt: Daarom, dat de dochters van Sion hoovaardig zijn, en met opgerichten hals, met geblankette aangezichten en al trippelende daarheen treden, en kostelijke schoenen aan hare voeten hebben,17 zal de Heer den schedel der dochters van Sion kaal maken; en de Heer zal haar tooisel wegnemen.18 In dien tijd zal de Heer het sieraad aan de kostelijke schoenen wegnemen, de haakjes en de spangen,19 de ketentjes, de armbanden, de sluiers,20 de hoofdversiersels, de koorden, de snoertjes, de reukballetjes, de oorringen,21 de ringen, de haarbanden,22 de feestklederen, de gewaden, de mantels, de beursjes,23 de spiegels, de lubben, de boorden en de tabbaards;24 en er zal stank in plaats van goeden reuk wezen, en een losse band in plaats van een gordel, en kaalheid in plaats van schoon gekruld haar, en in plaats van een wijd kleed een enge zak, in plaats van uwe schoonheid een verbrand gelaat.25 Uwe mannen zullen door het zwaard vallen en uwe helden in den krijg:26 en hare poorten zullen treuren en klagen, en zij zal jammerlijk op de aarde nederzitten.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile