the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Jesaja 18
1 Wee het land, dat onder het zeilen in schaduw vaart, aan gene zijde der wateren van Morenland;2 dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van riet op de wateren vaart. Gaat heen, gij snelle boden, tot het volk, dat breed geschouderd en glad is, tot het volk, wijd en zijd gevreesd, tot het volk, dat hier gebiedt en vertreedt, welks land de rivieren doorsnijden.3 Gij allen, die op de aarde woont, en die in het land zit, zult zien, hoe men de banier op de bergen zal planten, en horen, hoe men de trompet zal steken.4 Want dus spreekt de Heer tot mij: Ik zal stil zijn en in mijne woning toezien; gelijk de hitte, die den regen uitdroogt, en gelijk ene dauwwolk in de hitte van den oogst.5 Want Vr den oogst, wanneer het uitbotten voorbij is en de druif rijp is, zal men de ranken met snoeimessen afsnijden en de takken wegnemen en afhouwen;6 dat men het tezamen moet laten liggen voor de vogels op de bergen en voor de dieren in het land; dat des zomers de vogels daarin nestelen, en des winters allerlei dieren in het land daarin liggen.7 In dien tijd zal het breedgeschouderde en gladde volk, dat wijd en zijd gevreesd is, dat gebiedt en vertreedt, welks land de rivieren doorsnijden, geschenken brengen aan den Heer Zebath, tot de plaats, waar de naam des Heren Zebath is, den berg Sion.