Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Jesaja 19

1 Dit is de last aangaande Egypte: Zie, de Heer zal op ene snelle wolk varen en in Egypte komen; dan zullen de afgoden van Egypte voor Hem beven, en het hart der Egyptenaars zal smelten in hun binnenste.2 Want Ik zal de Egyptenaars tegen elkander aanhitsen, dat de ene broeder tegen den anderen, de ene vriend tegen den anderen, de ene stad tegen de andere, het ene rijk tegen het andere zal strijden.3 En de moed der Egyptenaars zal onder hen vergaan, en Ik zal hunne plannen verijdelen; dan zullen zij hunne afgoden raadplegen, en de bezweerders, en waarzeggers en wichelaars;4 maar Ik zal de Egyptenaars overgeven in de hand van gruwzame heren; een gestreng koning zal over hen heersen, spreekt de Heer, de Heer Zebath.5 En het water in het meer zal verdrogen; ook zal de stroom verzanden en verdwijnen;6 en de vloeden zullen verlopen, dat de meren aan de dammen klein en droog zullen worden, het riet en de biezen verwelken;7 en het gras aan de wateren zal verdrogen, en al het zaad aan het water zal verwelken en tenietgaan.8 En de visschers zullen treuren, en allen, die de angels in het water werpen, zullen klagen, en wie netten uitwerpen in het water zullen bedroefd zijn;9 ook zullen beschaamd staan wie goed garen bewerken en netten breien,10 en de weefgetouwen zullen verbroken worden, en allen, die om loon arbeiden, bedroefd zijn.11 De vorsten van Zoan zijn dwazen, de raadgevers van Farao zijn in den raad onverstandig geworden. Hoe zegt gij dan tot Farao: Ik ben een zoon der wijzen, en heb mijne afkomst van oude koningen?12 Waar zijn dan nu uwe wijzen? Dat zij het u verkondigen en te kennen geven, wat de Heer Zebath tegen Egypte besloten heeft.13 Maar de vorsten van Zoan zijn tot dwazen geworden; de vorsten van Nof zijn bedrogen; de hoofden der stammen doen Egypte dwalen.14 Want de Heer heeft een zwijmelgeest onder hen uitgegoten, dat zij Egypte doen dwalen in al zijn doen, gelijk een dronkaard tuimelt in zijn spuwsel;15 en Egypte zal geen werk meer hebben, dat hoofd of staart, tak of stronk kan voortbrengen.16 In dien tijd zullen de Egyptenaars zijn als vrouwen, en vrezen en verschrikken, als de Heer Zebath de hand over hen bewegen zal;17 en Egypte zal vrezen voor het land Juda, zodat, wie daaraan denkt, daarvoor verschrikken zal, wegens den raad des Heren Zebath, dien Hij daarover besloten heeft.

18 In dien tijd zullen vijf steden in Egypteland spreken de taal van Kanan, en zweren bij den Heer Zebath: n daarvan zal heten Ir-Hres.19 Te dien tijde zal er een altaar des Heren midden in Egypteland zijn, en een gedenkzuil voor den Heer aan den grenspaal;20 welke zijn zal tot een teken en ene getuigenis voor den Heer Zebath in Egypteland; want zij zullen tot den Heer roepen over de verdrukkers; dan zal Hij hun een heiland en aanvoerder zenden, die hen verlossen zal.21 Want de Heer zal den Egyptenaars bekend worden, en de Egyptenaars zullen den Heer kennen in dien tijd, en zullen Hem dienen met slachtoffer en spijsoffer, en zij zullen den Heer geloften doen en betalen.22 En de Heer zal de Egyptenaars slaan en genezen, want zij zullen zich tot den Heer bekeren, en Hij zal zich van hen laten verbidden en hen genezen.23 In dien tijd zal er een gebaande weg zijn van Egypte naar Assyri, zodat de Assyrirs in Egypte en de Egyptenaars in Assyri zullen komen, en de Egyptenaars benevens de Assyrirs God zullen dienen.24 In dien tijd zal Isral zelf de derde zijn met de Egyptenaars en Assyrirs, een zegen in het midden op aarde;25 want de Heer Zebath zal hen zegenen, zeggende: Gezegend zijt gij Egypte, mijn volk, en gij Assur, het werk mijner handen, en gij Isral, mijn erfdeel.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile