the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Hosea 12
1 (12-2) Efram voedt zich met wind en loopt den Oostenwind na, hij vermeerdert dagelijks de afgoderij en het onheil; zij maken met Assur een verbond en brengen olie naar Egypte.2 (12-3) Daarom zal de Heer de zaak van Juda uitvoeren en Jakob bezoeken naar zijn doen en hem vergelden naar zijne verdiensten.3 (12-4) Hij heeft in den moederschoot zijnen broeder bij de verze gehouden en in zijne kracht heeft hij met God geworsteld;4 (12-5) hij worstelde met den Engel en overwon, want hij weende en bad Hem; te Beth-El heeft hij Hem gevonden en aldaar heeft Hij met ons gesproken.5 (12-6) De Heer nu is de God Zebath, zijn naam is Heer.6 (12-7) Bekeer u dan tot uwen God, oefen barmhartigheid en recht en hoop gestadig op uwen God.
7 (12-8) Maar Kanan heeft ene valse schaal in zijne hand en bedriegt gaarne.8 (12-9) En Efram zegt: Ik ben rijk, ik heb genoeg; in al mijnen arbeid zal men geen onrecht vinden, iets wat zonde is.9 (12-10) Maar Ik, de Heer, ben uw God van Egypteland af; Ik, die u nog in hutten laat wonen, zoals men op den feesttijd pleegt te doen;10 (12-11) en Ik spreek door de profeten, en Ik ben het, die zovele profetin geef en door de profeten Mij doe kennen.11 (12-12) In Gilead is afgoderij, daarom gaan zij te niet; te Gilgal offeren zij ossen, daarom zullen hunne altaren worden als de steenhopen bij de voren des velds.12 (12-13) Jakob moest vluchten naar het land van Syri en Isral moest om ene vrouw dienen, om ene vrouw werd hij hoeder der kudde;13 (12-14) maar naderhand voerde de Heer Isral uit Egypte door een profeet en liet hem hoeden door een profeet.14 (12-15) Maar nu vertoornt Efram Hem zeer bitter; daarom zal Hij zijn bloed op hem doen komen, en zijn Heer zal hem zijnen smaad vergelden.