Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Hosea 11

1 Toen Isral jong was, had Ik hem lief en riep hem, mijnen zoon, uit Egypte.2 Maar als men hen nu roept, begeven zij zich weg en offeren aan de Bals en wieroken voor de beelden.3 Ik nam Efram bij zijne armen en leidde hem; maar zij erkenden het niet, dat Ik hen genas.4 Ik liet hen met menselijke banden trekken, met koorden der liefde, en hielp hen het juk aan hunnen hals dragen en gaf hun voeder.5 Hij zal niet weder naar Egypte keren, maar Assur zal zijn koning zijn; want zij willen zich niet bekeren.6 Daarom zal het zwaard over hunne steden komen en zal hunne grendels verteren en verslinden wegens hun voornemen.7 Mijn volk is moede zich tot Mij te keren; en hoe men hun predike, niemand richt zich op.

8 Wat zal Ik van u maken. Efram, zal Ik u beschutten, Isral? Zou Ik niet billijk een Adama van u maken en u aan Zebom gelijkstellen? Maar mijn hart is anders gezind, mijne barmhartigheid is ontstoken;9 zodat Ik niet doen zal naar mijnen hevigen toorn, noch Mij keren om Efram geheel te verderven; want Ik ben God, en niet een mens, en ben de Heilige onder u; echter wil Ik niet in de stad komen.10 Alsdan zal men den Heer volgen en Hij zal brullen als een leeuw; en als Hij brullen zal, zullen de zonen bevende toesnellen uit het Westen,11 zij zullen bevende toesnellen als een vogel uit Egypte en als ene duif uit het land van Assur en Ik zal hen in hunne huizen doen wonen, spreekt de Heer.12 (12-1) In Efram is overal leugen tegen Mij en in het huis van Isral valse godsdienst; maar ook Juda houdt niet meer vast aan God en aan den Heilige, die getrouw is.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile