the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Genesis 36
1 Dit is het geslacht van Esau, die Edom heet.2 Esau nam vrouwen van de dochters van Kanan: Ada de dochter van Elon, den Hethiet, en Aholibama de dochter van Ana, de dochter van Zibeon, den Heviet;3 en Basmath Ismals dochter, Nebajoths zuster.4 Ada nu baarde Elifaz aan Esau en Basmath baarde Rehul;5 Aholibama baarde Jehus, Jalam en Korach. Dit zijn Esau's kinderen, die hem geboren zijn in het land Kanan.6 En Esau nam zijne vrouwen, zonen en dochters, en alle zielen van zijn huis, zijne have en al het vee, benevens al de goederen, welke hij in het land Kanan verworven had, en trok van zijnen broeder Jakob naar een ander land;7 want hunne have was te groot, zodat zij bij elkander niet konden wonen, en het land, waarin zij vreemdelingen waren, vermocht hen niet te dragen wegens de menigte van hun vee.8 Alzo woonde Esau op het gebergte Ser, en Esau is Edom.
9 Dit is het geslacht van Esau, van welken afkomstig zijn de Edomieten op het gebergte Ser.10 En dit zijn de namen van Esau's kinderen: Elifaz, de zoon van Ada, Esau's huisvrouw; Rehul, de zoon van Basmath, Esau's huisvrouw.11 De zonen nu van Elifaz waren dezen: Teman, Omar, Zefo, Gatam en Kenaz;12 en Timna was een bijwijf van Elifaz, Esau's zoon, die baarde hem Amalek: dit zijn de kinderen van Ada, Esau's huisvrouw.13 En dit zijn Rehuls kinderen: Nahath, Zerah, Samma, Mizza: dit zijn de kinderen van Basmath, Esau's huisvrouw.14 En de kinderen van Aholibama, Esau's huisvrouw, dochter van Ana, kleindochter van Zibeon, welke zij Esau baarde, zijn dezen: Jehus, Jalem en Korach.15 Dit zijn de vorsten onder Esau's kinderen. De kinderen van Elifaz, Esau's eersten zoon: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz,16 de vorst Korach, de vorst Gatam, de vorst Amalek: dit zijn de vorsten van Elifaz in het land Edom, en zij zijn kinderen van Ada.17 En dit zijn de kinderen van Rehul, Esau's zoon: de vorst Nahath, de vorst Zerah, de vorst Samma, de vorst Mizza dit zijn de vorsten van Rehul in het land der Edomieten, en het zijn de kinderen van Basmath, Esau's huisvrouw.18 Dit zijn de kinderen van Aholibama, Esau's huisvrouw: de vorst Jehus, de vorst Jalam, de vorst Korach, dit zijn de vorsten van Alohibama, de dochter van Ana, Esau's huisvrouw.19 Dit zijn Esau's kinderen en hunne vorsten: hij is Edom.
20 De kinderen nu van Ser, den Horiet, die in dat land woonden, zijn dezen: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana,21 Dison, Ezer en Disan, dit zijn de vorsten der Horieten, Sers kinderen, in het land Edom.22 Lotans kinderen nu waren dezen: Hori en Hemam en Lotans zuster was genaamd Timna.23 Sobals kinderen waren dezen: Alvan, Manahath, Ebal, Sefo en Onam.24 Zibeons kinderen waren dezen: Aja en Ana, deze is die Ana, die in de woestijn warme bronnen vond, toen hij zijns vaders Zibeons ezels weidde.25 En Ana's kinderen waren dezen: Dison en Aholibama, die de dochter is van Ana.26 Disons kinderen waren dezen: Hemdan, Esban, Jithran en Keran.27 Ezers kinderen waren dezen: Bilhan, Zavan en Akan.28 Disans kinderen waren dezen: Uz en Aran.29 Dit zijn de vorsten der Horieten: de vorst Lotan, de vorst Sobal, de vorst Zibeon, de vorst Ana,30 de vorst Dison, de vorst Ezer, de vorst Disan dit zijn de vorsten der Horieten, die geregeerd hebben in het land Ser.
31 De koningen nu, die in het land Edom geregeerd hebben, eer de kinderen van Isral een koning hadden zijn dezen:32 Bela, Beors zoon, was koning van Edom en zijne stad heette Dinhaba.33 En toen Bela stierf, werd Jobab, Zerahs zoon, van Bozra, koning in zijne plaats.34 Toen Jobab stierf, werd Husam, uit het land der Temanieten, koning in zijne plaats.35 Toen Husam stierf, werd Hadad, Bedads zoon, die de Midianieten sloeg in het veld der Moabieten, koning in zijne plaats en zijne stad heette Avith.36 Toen Hadad stierf, regeerde Samla van Masrka.37 Toen Samla stierf, werd Saul, uit Rehoboth aan de rivier, koning in zijne plaats.38 Toen Saul stierf, werd Balhanan, Achbors zoon, koning in zijne plaats.39 Toen Balhanan, Achbors zoon, stierf, werd Hadar koning in zijne plaats, en zijne stad heette Pa; en zijne huisvrouw heette Mehetabel, Matreds dochter, die Mezahabs dochter was.40 Dit zijn de namen der vorsten van Esau naar hunne geslachten, plaatsen en namen: de vorst Timna, de vorst Alva, de vorst Jetheth,41 de vorst Aholibama, de vorst Ela, de vorst Pinon,42 de vorst Kenaz, de vorst Teman, de vorst Mibzar,43 de vorst Magdil, de vorst Iram: dit zijn de vorsten van Edom, zoals zij in hun erfland gewoond hebben, en Esau is de vader der Edomieten.