the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Genesis 33
1 Jakob hief zijne ogen op, en zag zijnen broeder Esau komen met vierhonderd mannen; en hij verdeelde zijne kinderen bij Lea en bij Rachel en bij de twee dienstmaagden,2 en stelde de dienstmaagden met hare kinderen vooraan, en Lea met hare kinderen daarachter, en Rachel met Jozef op het laatst.3 En hij ging voor hen uit, en boog zich zevenmaal ter aarde, totdat hij bij zijnen broeder kwam.4 Toen liep Esau hem te gemoet, en nam hem in den arm, en viel hem om den hals, en kuste hem; en zij weenden.
5 En hij hief zijne ogen op en zag de vrouwen met de kinderen, en sprak: Wie zijn dezen bij u? Hij antwoordde: Het zijn de kinderen, welke God uwen knecht verleend heeft.6 En de dienstmaagden traden toe met hare kinderen, en neigden zich voor hem;7 Lea trad ook toe met hare kinderen, en zij neigden zich voor hem; vervolgens traden Jozef en Rachel toe, en neigden zich ook voor hem.8 En hij sprak: Wat wilt gij met al dit heir, hetwelk ik ontmoet heb? Hij antwoordde: Om genade te vinden bij mijnen heer.9 Esau sprak: Ik heb genoeg, mijn broeder: behoud hetgeen gij hebt.10 Jakob antwoordde: Och neen, heb ik genade gevonden bij u, zo neem mijn geschenk van mijne hand; want ik zag uw aangezicht als zag ik Gods aangezicht; en laat mij u wel behagen.11 Neem toch den zegen van mij aan, dien ik u toegebracht heb; want God heeft mij het verleend; ik heb van alles genoeg. En hij hield bij hem aan, zodat hij het aannam.12 En hij sprak: Laat ons voorttrekken en reizen; ik zal met u reizen.13 Maar hij sprak tot hem: Mijn heer, gij weet, dat ik jonge kinderen bij mij heb, daarenboven vee en zogende koeien; wanneer die maar n dag te sterk gedreven werden, zo zou mij de gehele kudde sterven.14 Mijn heer trekke voor zijnen knecht uit, ik zal op mijn gemak achteraan drijven, al naar dat het vee en de kinderen gaan kunnen, totdat ik bij mijnen heer kom te Ser.15 Esau sprak: Dan zal ik echter sommigen van dit volk, dat met mij is, bij u laten. Hij antwoordde: Wat is dat nodig? Laat mij slechts genade vinden bij mijnen heer.
16 Alzo trok Esau dien dag wederom zijns weegs naar Ser toe.17 En Jakob trok naar Sukkoth, en bouwde zich een huis, en maakte hutten voor zijn vee; daarom heet de plaats Sukkoth.18 Daarna kwam Jakob behouden tot aan de stad Sichem, die in het land Kanan ligt, nadat hij uit Mesopotami gekomen was, en sloeg zijn leger op voor de stad,19 en kocht een stuk akker van de kinderen van Hemor, Sichems vader, voor honderd stukken geld; aldaar sloeg hij zijne hutten op,20 en richtte aldaar een altaar op, en riep den naam van den sterken God van Isral aan.