Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Galaten 2

1 Daarna, na veertien jaren, trok ik andermaal op naar Jeruzalem met Barnabas, en nam Titus ook met mij.2 En ik trok op volgens ene openbaring, en stelde hun het Evangelie voor, hetwelk ik predik onder de heidenen, in het bijzonder dengenen, die in aanzien waren, opdat ik niet tevergeefs zou lopen of gelopen hebben.3 Maar zelfs Titus, die met mij was, werd niet gedwongeu zich te laten besnijden, hoewel hij een Griek was;4 en dat om de valse broeders, die ingeslopen waren om onze vrijheid te verspieden, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons dienstbaar mochten maken;5 voor wie wij ook geen enkel uur geweken zijn om hun onderdanig te zijn, opdat de waarheid des Evangelies bij u stand zou houden.6 Aangaande degenen, die toen in aanzien waren, --hoedanig zij eertijds geweest zijn gaat mij niet aan, want God acht den persoon des mensen niet--, degenen dan, die in aanzien waren, hebben mij niets nieuws medegedeeld;7 maar integendeel, toen zij zagen, dat mij het Evangelie der onbesnedenen was toebetrouwd, gelijk aan Petrus het Evangelie der besnijdenis,8 --want die met Petrus krachtig geweest is tot het apostelambt onder de besnijdenis, is ook met mij krachtig geweest onder de heidenen9 --en toen Jakobus en Cefas en Johannes, die voor pilaren gehouden werden, de genade erkenden, die mij gegeven was, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand der gemeenschap, opdat wij onder de heidenen en zij onder de besnijdenis prediken zouden;10 alleenlijk, dat wij de armen zouden gedenken, hetwelk ik mij ook benaarstigd heb te doen.

11 Maar toen Petrus te Antiochi kwam, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat hij te berispen was.12 Want te voren, eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij met de heidenen; maar toen zij kwamen, onttrok hij zich en zonderde zich af, omdat hij die van de besnijdenis vreesde;13 en ook de andere Joden veinsden met hem, zodat zelfs Barnabas verleid werd met hen te veinzen.14 Maar toen ik zag, dat zij niet recht wandelden naar de waarheid des Evangelies, zeide ik tot Petrus openlijk voor allen: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft en niet naar Joodse wijze, waarom dwingt gij dan de heidenen naar Joodse wijze te leven?15 Wij zijn van geboorte Joden, en geen zondaars uit de heidenen;16 nochtans, dewijl wij weten, dat de mens door de werken der Wet niet rechtvaardig wordt, maar door het geloof in Jezus Christus, zo hebben ook wij in Christus Jezus geloofd, opdat wij rechtvaardig zouden worden door het geloof in Christus, en niet door de werken der Wet; want door de werken der Wet wordt geen vlees rechtvaardig.17 Zouden dan wij, die in Christus rechtvaardig zoeken te worden, ook nog zelve zondaars bevonden worden? Dan was Christus een zondedienaar. Dat zij verre!18 Want indien ik weder opbouw hetgeen ik afgebroken heb, zo maak ik mijzelven tot een overtreder.19 Maar ik ben door de Wet der Wet afgestorven, opdat ik Gode leven zou.20 Ik ben met Christus gekruisigd; ik leef wel; doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; want wat ik nu leef in het vlees, dat leef ik in het geloof aan den Zoon Gods, die mij heeft liefgehad en zichzelven voor mij heeft overgegeven.21 Ik werp Gods genade niet weg; want indien de gerechtigheid door de wet komt, zo is Christus tevergeefs gestorven.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile