the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Galaten 3
1 O onverstandige Galatirs, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid geen gehoor geeft, daar u Jezus Christus voor ogen geschilderd was als de gekruisigde?2 Dit alleen wil ik van u vernemen: hebt gij den Geest ontvangen door de werken der Wet of door de prediking van het geloof?3 Zijt gij Z onverstandig? In den Geest zijt gij begonnen, en in het vlees wilt gij nu voleindigen?4 Hebt gij dan tevergeefs zoveel ervaren? En was het maar tevergeefs!5 Die u dan den Geest geeft en zulke daden onder u doet, doet hij dat door de werken der Wet of door de prediking van het geloof?
6 Gelijk Abraham Gode geloofd heeft, en het hem tot gerechtigheid gerekend is.7 Zo erkent dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.8 Want de Schrift heeft te voren gezien, dat God de heidenen door het geloof rechtvaardig zou maken; daarom heeft zij te voren aan Abraham verkondigd: "In u zullen alle volken gezegend worden."9 Alzo worden dan degenen, die uit het geloof zijn, gezegend met den gelovigen Abraham.10 Want zovelen uit de werken der Wet zijn, die zijn onder den vloek: want er staat geschreven: "Vervloekt is ieder, die niet blijft in al hetgeen geschreven staat in het boek der Wet, om het te doen".11 Dat nu door de Wet niemand voor God rechtvaardig wordt, is openbaar; want "de rechtvaardige zal door zijn geloof leven";12 doch de Wet is niet uit het geloof, maar "de mens, die ze doet, zal daardoor leven".13 Christus heeft ons verlost van den vloek der Wet, toen hij een vloek werd voor ons; want er staat geschreven: "Vervloekt is ieder, die aan het hout hangt";14 --opdat de zegen Abrahams op de heidenen zou komen in Christus Jezus, en wij alzo den beloofden Geest ontvangen zouden door het geloof.15 Broeders, ik wil naar menselijke wijze spreken: men veracht zelfs eens mensen testament niet, wanneer het bevestigd is, en men voegt er ook niets aan toe.16 Nu is immers de belofte Abraham en zijnen zade toegezegd. Hij zegt niet: "Den zaden", als van velen; maar, als van n: "En uwen zade", hetwelk is Christus.17 Dit nu zeg ik: het verbond, dat door God te voren bevestigd is, wordt niet te niet gedaan om de belofte krachteloos te maken door de Wet, welke gegeven is vierhonderd en dertig jaren daarna.18 Want ware het, dat de erfenis door de Wet verworven werd, zo werd zij niet door de belofte gegeven; maar God heeft haar Abraham door de belofte geschonken.
19 Wat zal dan de Wet? Zij is er bij gekomen om de zonden, totdat het zaad zou komen, aan hetwelk de belofte geschied is; en zij is beschikt van de Engelen door de hand des middelaars.20 De middelaar nu is niet middelaar van nen, maar God is de nige.21 Is dan de Wet tegen Gods beloften? Dat zij verre! Want indien er ene Wet gegeven ware, die levend kon maken, zo kwam de gerechtigheid waarlijk uit de Wet,22 maar de Schrift heeft het alles besloten onder de zonde, opdat de belofte door het geloof in Jezus Christus dengenen, die geloven, zou gegeven worden.23 Doch eer het geloof kwam, werden wij onder de Wet, als gevangenen, in bewaring gehouden tot het geloof, dat geopenbaard zou worden.24 Alzo is de Wet onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij door het geloof zouden rechtvaardig worden.25 Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.26 Want gij zijt allen Gods kinderen door het geloof in Christus Jezus.27 Want zovelen er van u in Christus gedoopt zijn, die hebben Christus aangetrokken.28 Hier is geen Jood noch Griek, hier is geen knecht noch vrije, hier is geen man noch vrouw; want gij allen zijt n in Christus Jezus.29 Behoort gij nu aan Christus, zo zijt gij immers Abrahams zaad, en naar de belofte erfgenamen.