the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Ezechiël 5
1 En gij, mensenkind, neem een mes, scherp als een scheermes, en strijk daarmede over uw hoofd en uwen baard, en neem ene weegschaal en verdeel daarmede het afgeschoren haar:2 een derde deel zult gij met vuur verbranden midden in de stad, als de dagen der belegering ten einde zijn; en neem het andere derde deel en sla met het zwaard daarin rond; en strooi het laatste derde deel in den wind, opdat Ik het zwaard achter hen uittrekke.3 En neem een klein weinig daarvan en bind het in de slip van uwen mantel.4 En neem wederom iets daarvan en werp het in het vuur en verbrand het met vuur: daaruit zal een vuur ontstaan over het gehele huis van Isral.
5 Dus spreekt de Heere Heere: Dit Jeruzalem heb Ik onder de volken gesteld en landen er rondom;6 maar het heeft mijne wet veranderd in goddeloze leer meer dan de volken en mijne rechten meer dan de landen, die er rondom liggen: want zij verwerpen mijne wet en willen niet leven naar mijne rechten.7 Daarom spreekt de Heere Heere aldus: Dewijl gij dit meer doet dan de volken, die rondom u zijn, en naar mijne geboden niet leeft en naar mijne rechten niet doet, maar naar de wijze der volken, die rondom u zijn,8 zo spreekt de Heere Heere aldus: Zie, ook Ik wil aan u; en Ik zal het recht over u laten gaan, dat de volken het zien zullen;9 en Ik zal Z met u handelen, als Ik nooit gedaan heb, en voortaan niet doen zal, vanwege al uwe gruwelen;10 dat onder u de vaders hunne kinderen en de kinderen hunne vaders zullen eten; en Ik zal dat recht over u laten gaan, dat al uwe overgeblevenen in alle winden verstrooid zullen worden.11 Daarom, zo waarachtig Ik leef, spreekt de Heere Heere, dewijl gij mijn heiligdom met al uwe gruwelen en met al uwe afgoden verontreinigd hebt, zo zal Ik u ook verslaan, en mijn oog zal u niet verschonen en Ik zal niet genadig zijn.12 Uw derde deel zal door de pest sterven en door den honger omkomen; en het andere derde deel zal door het zwaard vallen rondom u heen; en het laatste derde deel zal Ik in alle winden verstrooien en het zwaard achter hen uittrekken.13 Alzo zal mijn toorn volbracht en mijne verbolgenheid over hen uitgevoerd worden, om mijnen moed te koelen; en zij zullen gewaarworden, dat Ik, de Heer, in mijnen ijver gesproken heb, als Ik mijne gramschap aan hen volbracht heb.14 Ik zal u tot ene verwoesting en tot ene versmaadheid stellen voor de volken, die rondom u zijn, voor de ogen van al degenen, die voorbijgaan.15 En gij zult ene versmaadheid, een hoon, ene waarschuwing en een schrikbeeld zijn voor de volken, die rondom u zijn, als Ik het recht over u zal laten gaan in toorn, verbolgenheid en straffen der gramschap,16 dit zeg Ik, de Heer, en als Ik de boze pijlen des hongers onder hen schieten zal, die verderfelijk zullen zijn, en Ik ze afschieten zal om u te verderven, en den honger over u altoos groter laat worden en den voorraad van brood wegneem.17 Ja, honger en boze, wilde dieren zal Ik onder u zenden, die zullen u kinderloos maken; en pest en bloed zullen onder u heersen, en Ik zal het zwaard over u brengen: Ik, de Heer, heb het gezegd.