the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Ezechiël 35
1 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:2 Gij mensenkind, stel uw aangezicht tegen het gebergte van Ser en profeteer daartegen3 en zeg: Dus spreekt de Heere Heere: Zie, Ik wil aan u, o gebergte van Ser, en Ik zal mijne hand tegen u uitstrekken en u geheel woest maken;4 Ik zal uwe steden eenzaam maken, dat gij tot ene woestijn zult worden: zo zult gij gewaarworden, dat Ik de Heer ben.5 Omdat gij ene eeuwige vijandschap koestert tegen de kinderen Israls en hen in het zwaard dreeft, toen het hun kwalijk ging en hunne zonde een einde had,6 daarom zo waarachtig Ik leef, spreekt de Heere Heere, zal Ik u ook doen bloeden en gij zult het bloed niet ontlopen;7 dewijl gij aan bloed lust hebt, zo zult gij het bloed niet ontlopen. En Ik zal het gebergte van Ser woest maken, dat er niemand wandelen noch gaan zal;8 en Ik zal zijne bergen en alle heuvelen, dalen en alle laagten vol doden maken, die door het zwaard verslagen liggen;9 ja, tot ene eeuwige verwoesting zal Ik u maken, dat niemand in uwe steden zal wonen; en gij zult gewaarworden, dat Ik de Heer ben.
10 En omdat gij zegt: Deze twee volken met de beide landen zullen de mijne worden en wij zullen ze innemen, hoewel de Heer daar woont:11 daarom zo waarachtig Ik leef, spreekt de Heere Heere, zal Ik naar uwen toorn en haat met u handelen, gelijk gij met hen hebt gehandeld uit enkel haat; en Ik zal bij hen bekend worden, als Ik u gestraft heb.12 En gij zult gewaarworden, dat Ik de Heer, al uwe lasteringen gehoord heb, die gij gesproken hebt tegen het gebergte van Isral, zeggende: Het is alles verwoest en ons gegeven om te verdelgen.13 En gij hebt u tegen Mij beroemd en hevig tegen Mij gesproken; dat heb Ik gehoord.14 Dus spreekt nu de Heere Heere: Ik zal u tot ene woestijn maken, wanneer al het land zich verheugen zal.15 Gelijk gij u verheugd hebt over het erfdeel van het huis Israls, dat het woest is geworden, evenzo zal Ik met u doen, dat het gebergte van Ser woest zal zijn, benevens geheel Edom; dan zullen zij gewaarworden, dat Ik de Heer ben.