the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Ezechiël 25
1 En het woord des Heren geschiedde tot mij, zeggende:2 Gij mensenkind, keer uw aangezicht tegen de kinderen Ammons en profeteer tegen hen;3 en zeg tot de kinderen Ammons: Hoort het woord des Heren Heren! Dus spreekt de Heere Heere: Omdat gij over mijn heiligdom gezegd hebt: Ha, het is ontheiligd! en over het land van Isral: Het is verwoest! en over het huis van Juda: Het is ge vankelijk weggevoerd:4 daarom zie, Ik zal u aan de kinderen van het Oosten overgeven, dat zij hunne sterkten in u bouwen en hunne woningen in u opslaan; uwe vruchten zullen zij opeten en uwe melk zullen zij drinken.5 En Ik zal Rabba tot een kamelenstal maken en het land van de kinderen Ammons tot schaapskooien; en gij zult gewaarworden, dat Ik de Heer ben.6 Want dus spreekt de Heere Heere: Omdat gij in uwe handen geklapt en met uwe voeten gestampt en u over het land van Isral van ganser harte smadelijk verheugd hebt:7 daarom zie, Ik zal mijne hand over u uitstrekken en u den volken tot een roof geven en u uit de volken uitroeien en uit de landen ombrengen, en u verdelgen, opdat gij gewaarwordt, dat Ik de Heer ben.
8 Dus spreekt de Heere Heere: Omdat Moab en Ser zeggen: Zie, het huis van Juda is als alle andere volken:9 zie, zo zal Ik Moab de zijde openen, namelijk zijne steden, die aan de grenzen liggen, het sieraad des lands, Beth-Jesimoth, Bal-Meon en Kir-jatham,10 en wil het den kinderen van het Oosten tot een erfdeel geven, benevens het land van de kinderen Ammons, opdat men aan de kinderen Ammons niet meer gedenke onder de volken:11 ook over Moab zal Ik het recht laten gaan en zij zullen gewaarworden, dat Ik de Heer ben.12 Dus spreekt de Heere Heere: Omdat Edom zich aan het huis van Juda gewroken heeft en zij zichzelven dikwijls schuldig gemaakt hebben door zich aan hen te wreken,13 daarom spreekt de Heere Heere aldus: Ik zal mijne hand uitstrekken over Edom en zal vandaar uitroeien beiden, mens en vee; en Ik zal het tot puinhopen maken van Teman af tot Dedan toe en hen door het zwaard ternedervellen;14 en Ik zal mij weder aan Edom wreken door mijn volk Isral en zij zullen met Edom handelen overeenkomstig mijnen toorn en mijne grimmigheid, zodat zij mijne wraak zullen gewaarworden, spreekt de Heere Heere.15 Dus spreekt de Heere Heere: Omdat de Filistijnen zich gewroken en den ouden haat geboet hebben met allen moedwil, tot verderf van mijn volk,16 daarom spreekt de Heere Heere aldus: Zie, Ik zal mijne hand uitstrekken over de Filistijnen en de Kerethieten uitroeien en de overgeblevenen aan de zeekust ombrengen;17 en Ik zal geduchte wraak aan hen oefenen en hen met grimmigheid straffen, zodat zij zullen gewaarworden, dat Ik de Heer ben, als Ik mijne wraak aan hen geoefend zal hebben.