the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Ezechiël 19
1 Gij nu, hef ene weeklacht aan over de vorsten van Isral,2 en zeg: Waarom ligt uwe moeder, de leeuwin, onder de leeuwen, en brengt hare jongen op onder de jonge leeuwen?3 En een van hare jongen bracht zij op en die werd een leeuw; die gewende zich om mensen te verscheuren en te verslinden.4 Toen de volken dit van hem hoorden, vingen zij hem in hun kuil en voerden hem aan ketenen naar Egypteland.5 Toen nu de moeder zag, dat hare hoop verloren was, nadat zij lang gehoopt had, nam zij weder een van hare jongen, en bracht dien groot tot een leeuw.6 Toen deze onder de leeuwen wandelde, werd hij een jonge leeuw, die zich ook gewende om mensen te verscheuren en te verslinden;7 hij verstoorde hunne paleizen en verwoestte hunne steden; zodat het land en wat daarin was voor de stem zijns gebruls zich ontzette.8 Toen begaven de volken zich uit alle landen rondom hem heen en wierpen een net over hem en vingen hem in hun kuil,9 en wierpen hem gebonden in een traliehok, en voerden hem tot den koning van Babel; en men liet hem bewaren, dat zijne stem niet meer gehoord werd op de bergen van Isral.
10 Uwe moeder was als een wijnstok, zoals gij, aan het water geplant; en zijne vrucht en ranken wiessen wegens overvloed van water,11 zodat zijne ranken zo sterk werden, dat zij tot koninklijke schepters geschikt waren, en hij werd zeer hoog onder de ranken; en toen men zag, dat hij zo hoog was en vele ranken had,12 werd hij in grimmigheid uitgerukt en ter aarde geworpen; de Oostenwind verdroogde zijne vrucht en zijne sterke ranken werden verbroken, zodat zij verdorden en verbrand werden.13 En nu is hij geplant in de woestijn, in een dor en dorstig land;14 er is een vuur uitgegaan van zijne sterke ranken, dat zijne vrucht verteert, zodat in hem geen rank meer is tot een koningsschepter. Dit is een klagelijk en jammerlijk ding.