the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Ezechiël 10
1 En ik zag, en zie, aan den hemel boven het hoofd der cherubs was de gedaante als een saffier en daarboven was als een troon, op welken hij verscheen.2 En Hij sprak tot den man met linnen bekleed, zeggende: Ga tussen de raderen, tot onder den cherub, en neem de handen vol van de gloeiende kolen, die tussen de cherubs zijn, en strooi ze over de stad. En hij ging heen, dat ik zag, dat hij er in ging.3 En de cherubs stonden ter rechterzijde van het huis, en ene wolk vervulde het binnenste voorhof.4 En de heerlijkheid des Heren verhief zich van boven den cherub naar den drempel van het huis; en het huis werd vervuld met ene wolk, en het voorhof was vol van den glans der heerlijkheid des Heren;5 en men hoorde de vleugels der cherubs ruisen tot buiten het voorhof, als de stem des almachtigen Gods, wanneer Hij spreekt!6 En toen Hij den man met linnen bekleed geboden had, zeggende: Neem het vuur van tussen de raderen onder de cherubs, ging hij in en stond bij het rad.7 En de cherub strekte zijne hand uit van tussen de cherubs naar het vuur, dat tussen de cherubs was, en nam daarvan en gaf het den man in linnen gekleed in de handen, deze nam het aan en ging naarbuiten.
8 En er verscheen aan de cherubs de gelijkenis van ene mensenhand onder hunne vleugels.9 En ik zag, en zie, vier raderen stonden bij de cherubs, bij elken cherub een rad; en de raderen zagen er uit als turkoois.10 En zij waren alle vier het een als het ander, alsof het ene rad in het andere was.11 Als die gaan zouden, konden zij naar alle vier hunne zijden gaan, en behoefden zich niet om te wenden, als zij gingen; maar waarheen het eerste ging, daar gingen zij achterna, en behoefden zich niet om te wenden.12 Hun gehele lichaam nu, en tevens hunne ruggen, handen en vleugels, alsook de raderen, waren vol ogen rondom; de vier hadden elk hunne raderen.13 En tot de raderen werd voor mijne oren geroepen: Wervelwind!14 En elk der cherubs had vier aangezichten: het eerste aangezicht was van een cherub, het tweede van een mens, het derde dat van een leeuw, het vierde dat van een arend.15 En de cherubs zweefden omhoog; en het waren dezelfde dieren, die ik gezien had aan de rivier Kebar.16 En als de cherubs gingen, gingen de raderen tevens met hen; en als de cherubs hunne vleugels ophieven om zich van de aarde op te heffen, keerden de raderen zich ook niet van hen.17 Als deze stonden, stonden zij ook; hieven deze zich op, zij hieven zich ook op; want de geest der dieren was in hen.18 En de heerlijkheid des Heren ging weder uit van den drempel van het huis en stelde zich boven de cherubs.19 Toen hieven de cherubs hunne vleugels op en stegen op van de aarde voor mijne ogen; en als zij heengingen, gingen de raderen tevens met hen; en zij stonden in de poort van het huis des Heren tegen het Oosten, en de heerlijkheid van Israls God was boven over hen.20 Dit waren dezelfde dieren, die ik onder den God van Isral gezien had aan de rivier Kebar; en nu merkte ik, dat het cherubs waren.21 Elk van hen had vier aangezichten en vier vleugels, en onder de vleugels was de gelijkenis van mensenhanden;22 en de gedaante van hunne aangezichten was dezelfde die ik aan de rivier Kebar gezien had; en zij gingen recht voor zich heen.