the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Exodus 25
1 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:2 Zeg den kinderen Israls, dat zij Mij een hefoffer brengen; en neem het van elk, die het vrijwillig brengt.3 Dit nu is het hefoffer, het welk gij van hen nemen zult: goud, zilver, koper,4 blauw en rood purper, scharlaken, kostelijk wit linnen, geitenhaar,5 roodvervige ramsvellen, dassenvellen, cederhout,6 olie voor de lamp, specerijen tot zalfolie, en goed reukwerk;7 onyxstenen en ingezette stenen voor den lijfrok en voor den borstlap.8 En zij zullen Mij een heiligdom maken, opdat Ik onder hen wone;9 naar het voorbeeld, hetwelk Ik u van de woning en van al haar gereedschap tonen zal, zult gij het maken.
10 Maak ene ark van cederhout: derdehalf el zal hare lengte zijn, anderhalf el hare breedte, en anderhalf el hare hoogte.11 En gij zult ze van binnen en van buiten met fijn goud overtrekken; en maak boven van rondom een gouden krans.12 En giet vier gouden ringen, en maak ze aan hare vier hoeken, zodat twee ringen aan hare ene zijde zijn, en twee aan hare andere zijde.13 En maak handbomen van cederhout, en overtrek ze met goud;14 en steek ze in de ringen aan de zijden van de ark, om ze daarmede te dragen;15 en ze zullen in de ringen blijven en er niet uitgenomen worden.16 En gij zult de getuigenis, welke ik u geven zal, in de ark leggen.17 Gij zult ook een verzoendeksel van fijn goud maken: derdehalf el zal zijne lengte zijn, en anderhalf el zijne breedte.18 En gij zult twee cherubim van louter goud maken, aan de beide einden van het verzoendeksel:19 de ene cherub zij aan dit einde, en de andere aan het andere einde; alzo twee cherubim aan de einden van het verzoendeksel.20 En de cherubim zullen hunne vleugels daarover uitbreiden, zodat zij met hunne vleugels het verzoendeksel bedekken, en elks aangezicht tegenover het andere zij, en hunne aangezichten zullen op het verzoendeksel zien.21 En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, en de getuigenis, welke Ik u geven zal, in de ark leggen.22 Aan die plaats zal Ik met u samenkomen, en met u spreken van boven het verzoendeksel, tussen de twee cherubim, die op de ark der getuigenis zijn, al wat Ik u gebieden zal aan de kinderen Israls.
23 Gij zult ook ene tafel maken van cederhout: twee ellen zal hare lengte zijn, een el hare breedte, en anderhalf el hare hoogte.24 En gij zult ze met fijn goud overtrekken, en een gouden krans van rondom daaraan maken;25 en ene lijst rondom, een handbreed hoog, en een gouden krans om de lijst heen.26 En gij zult vier gouden ringen daaraan maken, aan de vier hoeken, welke aan hare vier voeten zijn.27 Dicht onder de lijst zullen de ringen zijn, om er de handbomen in te doen en de tafel te dragen.28 En gij zult deze handbomen van cederhout maken, en ze met goud overtrekken, om de tafel daarmede te dragen.29 Gij zult ook hare schotels, bekers, kannen en schalen van fijn goud maken, om ze te gebruiken bij het drankoffer.30 En gij zult op de tafel altijd toonbroden Vr Mij leggen.
31 Gij zult ook een kandelaar van fijn dicht goud maken; daaraan zal de schacht met hare armen, schaaltjes, knoppen en bloemen zijn.32 En zes armen zullen uit de zijden des kandelaars uitgaan, uit elke zijde drie armen.33 Elke arm zal drie open schaaltjes, knoppen en bloemen hebben; alzo zullen de zes armen zijn uit den kandelaar.34 Maar de schacht aan den kandelaar zal vier open schaaltjes met hunne knoppen en bloemen hebben;35 en telkens een knop onder twee armen, van welke er zes uit den kandelaar gaan;36 want beide zijne knoppen en armen zullen uit hem gaan, alles van dicht louter goud.37 En gij zult zeven lampen daar boven op maken, om tegenover elkander te lichten.38 En zijne snuiters en bluschvaten zullen van fijn goud zijn.39 Van een talent fijn goud zult gij dit maken, met al dit gereedschap.40 En zie toe, dat gij het maakt naar het voorbeeld, hetwelk gij op den berg gezien hebt.