the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Prediker 9
1 Dit alles heb ik ter harte genomen, om dit alles te onderzoeken, dat de rechtvaardigen en de wijzen met hunne werken in de hand van God zijn; ook kent de mens de liefde of den haat niet van alwat voor zijne ogen is;2 het gaat den een gelijk den ander; den rechtvaardige gelijk den goddeloze; den goede en reine gelijk den onreine; hem die offert gelijk hem, die niet offert; gelijk het den goede gaat, zo gaat het ook den zondaar; gelijk het hem gaat, die zweert, zo gaat het ook hem, die den eed vreest.3 Dit is een groot kwaad onder alles wat onder de zon geschiedt, dat het den een gaat gelijk den ander; alsook dat het hart der mensen vol kwaad is, en dat er allerlei onzinnigheden zijn in hun hart, terwijl zij leven, en dat zij eindelijk moeten sterven.
4 Want bij alle levenden is hetgeen men wenst, namelijk de hoop; want een levende hond is beter dan een dode leeuw.5 Want de levenden weten, dat zij sterven moeten, maar de doden weten niets: zij verwerven ook niets meer, want hunne gedachtenis is vergeten,6 zodat men hen niet meer bemint, noch haat, noch benijdt, en zij hebben geen deel meer in de wereld, aan alles wat onder de zon geschiedt.7 Zo ga dan heen, en eet uw brood met vreugde en drink uwen wijn met goeden moed; want uw werk behaagt Gode.8 Laat uwe klederen altijd wit zijn, en de balsem op uw hoofd ontbreke niet.9 Geniet het leven met uwe vrouw, die gij liefheeft, hetwelk God u onder de zon gegeven heeft, zolang uw ijdel leven duurt; want dit is uw deel in dit leven en van uwen arbeid, dien gij doet onder de zon.10 Alwat u voorkomt om te doen, doe dat spoedig; want in het graf, waar gij heengaat, is geen werk noch overleg noch wetenschap noch wijsheid.
11 Ik keerde mij en zag, hoe het onder de zon toegaat, dat tot het lopen de snelheid niet helpt, noch tot den strijd de sterkte, noch tot de nering de geschiktheid, noch tot den rijkdom de schranderheid, noch om aangenaam te zijn de kennis, maar dat het alles ligt aan de omstandigheden en het geluk.12 Ook weet de mens zijn tijd niet; maar gelijk de vissen gevangen worden met een schadelijken angel; en gelijk de vogels met een strik gevangen worden, zo worden ook de mensen verstrikt in den kwaden tijd, wanneer die hen onverhoeds overvalt.
13 Ook heb ik onder de zon deze wijsheid gezien, en zij scheen mij groot toe:14 dat er ene kleine stad was, en weinig mensen daarin; en een groot koning kwam en belegerde haar, en bouwde er grote bolwerken om,15 en daarin werd gevonden een arm wijs man, die deze stad door zijne wijsheid kon redden, en geen mens dacht aan dezen armen man.16 Toen sprak ik: Wijsheid is immers beter dan sterkte. Nochtans werd de wijsheid des armen veracht, en aan zijne woorden werd geen gehoor gegeven.17 De stille woorden der wijzen gelden meer dan het geroep van een heerser onder de dwazen.18 Want de wijsheid is beter dan harnas, maar een nig zondaar bederft veel goeds.