the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Prediker 10
1 Ene schadelijke vlieg bederft goede zalf: alzo wordt een weinig dwaasheid meer opgemerkt dan wijsheid en eer.2 Het hart van den wijze is aan zijne rechter hand, maar het hart van den dwaas is aan zijne linkerhand.3 Al is de dwaas zelf dwaas in zijn doen, nochtans houdt hij iedereen voor dwaas.
4 Wanneer de trotschheid van een machtige voortgaat tegen uwen wil, zo laat u niet ontstellen; want toegeven voorkomt groot ongeluk.5 Er is een ongeluk, hetwelk ik zag onder de zon, namelijk het onverstand, hetwelk onder de machtigen gemeen is:6 dat een dwaas geplaatst wordt in hoge ereposten, en de edelen beneden zitten;7 ik zag knechten te paard, en vorsten te voet gaan, als knechten.8 Wie een kuil graaft, die zal er zelf invallen; en wie de heining doorbreekt, dien zal ene slang bijten.9 Wie stenen wegwentelt, die zal er moeite mede hebben; en wie hout klooft, die zal er door gekwetst worden.10 Als ijzer stomp wordt en aan de snede ongeslepen blijft, dan moet men het ijzer met kracht weder scherpen; zo volgt ook wijsheid bij naarstigheid.11 Een prater is niet beter dan ene slang, die bijt, eer de bezwering geschied is.
12 De woorden uit den mond van een wijze zijn aangenaam, maar de lippen van een dwaas verslinden hem zelven;13 het begin zijner woorden is dwaasheid, en het einde is schadelijke razernij.14 Een dwaas gebruikt vele woorden; want de mens weet niet, wat er geweest is, en wie zal hem zeggen, wat er van hem worden zal?15 De arbeid der dwazen valt zuur, omdat zij niet eens weten naar de stad te gaan.
16 Wee u, o land, welks koning een kind is en welks vorsten in den morgenstond eten.17 Heil u, o land, welks koning edel is en welks vorsten ter rechter tijd eten, tot versterking en niet tot lust.18 Barre luiheid zakken de balken, en door trage handen wordt het huis Drlekkende.19 Men richt maaltijden aan om te lachen, en wijn vervrolijkt de levenden, en het geld moet hun alles teweegbrengen.20 Vloek den koning niet, zelfs niet in uw hart; en vloek den rijke niet in uw slaapvertrek, want het gevogelte des hemels zou uwe stem wegvoeren, en het gevleugelte uw woord bekendmaken.