the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Prediker 11
1 Werp uw brood op het water, zo zult gij het vinden na langen tijd.2 Verdeel het onder zeven of acht, want gij weet niet wat ongeluk op de aarde komen kan.3 Als de wolken vol zijn, geven zij regen op de aarde; en als de boom valt, hij valle tegen het Zuiden of Noorden, op welke plaats hij valt, daar zal hij liggen.4 Wie op den wind achtgeeft, die zaait niet; en wie naar de wolken ziet, die maait niet.5 Gelijk gij den weg des winds niet weet, noch hoe de beenderen in den moederschoot bereid worden, alzo kunt gij ook het werk van God niet weten, die het alles maakt.6 Zaai vroeg uw zaad, en trek uwe hand des avonds niet af; want gij weet niet, of dit of dat gelukken zal; en zo het beide gelukte, ware het des te beter.
7 Het licht is zoet, en het is den ogen goed de zon te zien.8 Al is het, dat een mens langen tijd leeft en vrolijk is in alle dingen, zo denkt hij toch slechts aan de kwade dagen, dat zij zovele zijn: want al wat hem ontmoet is ijdelheid.9 Verblijd u, o jongeling, in uwe jeugd, en laat uw hart vrolijk zijn in uwe jeugd, en doe wat uw hart gelust en aan uwe ogen behaagt: maar weet, dat God u om dit alles voor het gericht zal doen komen.10 Doe de treurigheid uit uw hart, en weer het kwaad van uw lichaam; want de kindsheid en de jeugd zijn ijdelheid.