the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Prediker 7
1 Een goede naam is beter dan goede zalf, en de dag des doods dan de dag der geboorte.2 Het is beter in het klaaghuis te gaan, dan in het huis des maaltijds; want daarin is het einde aller mensen, en de levende neemt het ter harte.3 Treuren is beter dan lachen, want door treuren wordt het hart verbeterd;4 het hart der wijzen is in het klaaghuis, maar het hart der dwazen in het huis der vreugde.5 Het is beter de bestraffing des wijzen te horen, dan te horen het gezang der dwazen;6 want het lachen van den dwaas is gelijk het kraken der doornen onder een pot: dit is ook ijdelheid.
7 Geweldenarij kan ook enen wijze woedend maken, en het geschenk bederft het hart.8 Het einde van een ding is beter dan zijn begin; een geduldige geest is beter dan een hoogmoedige geest.9 Wees niet snel van gemoed om toornig te worden, want de toorn rust in het hart der dwazen.10 Zeg niet: Waarom waren de vorige dagen beter dan deze? Want gij vraagt dan niet wijselijk.
11 Wijsheid is goed met een erfdeel, en maakt, dat men zich over de zon verheugen kan.12 Want gelijk de wijsheid beschermt, zo beschermt het geld ook; maar de wijsheid geeft haren bezitters het leven.13 Zie de werken Gods aan; want wie kan recht maken hetgeen Hij krom gemaakt heeft?14 Wees vrolijk op den goeden dag, maar neem den kwaden dag ook voor lief; want dezen maakt God benevens genen, opdat de mens niet weten zou wat toekomende is.15 Allerlei heb ik gezien gedurende den tijd mijner ijdelheid. Er is een rechtvaardige, die omkomt in zijne gerechtigheid; en er is een goddeloze, die lang leeft in zijne boosheid.16 Wees niet al te rechtvaardig noch al te wijs, opdat gij u niet verderft.17 Wees niet al te goddeloos en word geen dwaas, opdat gij niet sterft Vr uwen tijd.18 Het is goed, dat gij aan het een vasthoudt, en van het ander de hand niet aftrekt; want wie God vreest, dien ontgaat dit alles:19 de wijsheid sterkt den wijze meer dan tien bevelhebbers, die in de stad zijn.20 Maar er is geen mens op aarde, die goed doet en niet zondigt.21 Neem ook niet ter harte alles wat men spreekt, opdat gij niet moet horen, dat uw knecht u vloekt;22 want uw hart weet, dat gij ook anderen dikwijls gevloekt hebt.
23 Dit alles heb ik met wijsheid beproefd; ik dacht: Ik wil wijs worden; maar zij was nog verre van mij.24 Wat ver af en zeer diep is, wie kan dat vinden?25 Ik keerde mijn hart om wijsheid en kunst te weten en na te sporen en te zoeken, om de dwaasheid der goddelozen en de dwaling der onzinnigen te verstaan;26 en ik vond, dat een vrouw, wier hart een net en een strik is, en wier handen banden zijn, bitterder is dan de dood: wie Gode behaagt, die zal haar ontkomen, maar de zondaar wordt door haar gevangen.27 Zie, dit heb ik gevonden, zegt de prediker, het een na het ander, opdat ik de oplossing mocht vinden:28 en mijne ziel zoekt nog, en heeft haar niet gevonden: onder duizend heb ik n man gevonden, maar ene vrouw heb ik onder die allen niet gevonden.29 Alleen beschouw dit: ik heb gevonden, dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele kunsten.