Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Daniël 10

1 In het derde jaar van Kores, den koning van Perzi, werd aan Danil, ook Beltsazar genaamd, ene zaak geopenbaard, die waarachtig is en van groot belang; en hij gaf er acht op en verstond het gezicht.2 In dien tijd was ik, Danil, treurig drie weken lang;3 ik at geen aangename spijs, vlees en wijn kwam niet in mijnen mond, ook zalfde ik mij nooit, totdat de drie weken om waren.4 Op den vierentwintigsten dag der eerste maand was ik bij de grote rivier Hiddkel,5 en hief mijne ogen op en zag, en zie, daar stond een man in linnen gekleed en had een gouden gordel om zijne lendenen;6 zijn lichaam was als een turkoois, zijn aangezicht was den bliksem gelijk, zijne ogen waren als vurige fakkels, zijne armen en voeten als gepolijst koper en zijne stem was als van een groot gedruis.7 Ik nu, Danil, zag alln dat gezicht en de mannen, die bij mij waren, zagen het niet: echter viel op hen ene grote verschrikking, zodat zij vloden en zich verborgen.8 En ik bleef alln en zag dit grote gezicht, en er bleef geen kracht in mij en mijn gelaat werd bleek en ik had geen kracht meer.9 En ik hoorde zijne woorden; en toen ik die hoorde, viel ik bedwelmd neder op mijn aangezicht ter aarde.

10 En zie, ene hand raakte mij aan en hielp mij op de knien en op de handen.11 En hij sprak tot mij: Danil, gij lieveling, merk de woorden op, die ik tot u zal spreken, en richt u op, want ik ben nu tot u gezonden. En toen hij zo tot mij sprak, richtte ik mij op en beefde zeer.12 En hij sprak tot mij: Vrees niet, Danil; want van den eersten dag af, dat gij uw hart steldet om te verstaan, en u te verootmoedigen voor uwen God, zijn uwe woorden verhoord en ik ben om uwentwil gekomen.13 Maar de vorst van het koninkrijk van Perzi heeft mij nentwintig dagen tegenstand geboden, en zie, Michal, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp; toen behield ik de overwinning over den koning van Perzi.14 Maar nu kom ik om u te berichten, hoe het uw volk hierna zal gaan; want het gezicht zal eerst na enigen tijd vervuld worden.15 En toen hij zo tot mij sprak, boog ik mijn aangezicht ter aarde en zweeg stil.16 En zie, een, gelijk een mens, raakte mijne lippen aan: toen deed ik mijnen mond open en sprak en zeide tot dengene, die Vr mij stond: Mijn Heer, mijne gewrichten beven mij van dat gezicht en ik heb geen kracht meer;17 en hoe kan de knecht mijns Heren met mijnen Heer spreken; dewijl er geen kracht meer in mij is en ik ook geen adem meer heb?18 Toen raakte een, in de gedaante van een mens, mij wederom aan en versterkte mij19 en sprak: Vrees niet, gij lieveling, vrede zij met u, schep moed, schep moed. En terwijl hij aldus tot mij sprak, gevoelde ik mij gesterkt en zeide: Dat mijn Heer spreke, want gij hebt mij gesterkt.20 En hij sprak: Weet gij ook, waarom ik tot u gekomen ben? Nu zal ik wederkeren en met den vorst van Perzi strijden; en als ik zal uitgegaan zijn, zie, dan zal de vorst van Griekenland komen.21 Doch ik zal u te kennen geven wat er geschreven is, hetwelk waarachtig zal geschieden; en er is niemand, die mij helpt tegen hen, dan uw vorst Michal.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile