the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Amos 5
1 Hoort, gij huis van Isral, dit woord; want Ik moet dit klaaglied over u aanheffen.2 De jonkvrouw Israls is gevallen, dat zij niet weder zal opstaan; zij is ter aarde gestoten en er is niemand, die haar ophelpt.3 Want dus spreekt de Heere Heere: De stad waar duizend uitgaan, zal honderd overhouden en die, waar honderd uitgaan, zal tien overhouden in het huis van Isral.
4 Daarom, zo spreekt de Heer tot het huis van Isral: Zoekt Mij, zo zult gij leven.5 Zoekt niet Beth-El en gaat niet naar Gilgal en trekt niet naar Ber-Sba; want Gilgal zal gevankelijk weggevoerd worden en Beth-El zal Beth-Aven worden.6 Zoekt den Heer, zo zult gij leven, opdat niet een vuur in het huis van Jozef de overhand neme, dat het verteert en niemand het blusse in Beth-El: gij,7 die het recht in alsem verkeert en de gerechtigheid ter aarde stoot!8 Hij maakt het Zevengesternte en den Oron, die de duisternis in den morgen verkeert en den dag tot nacht verduistert; die het water der zee roept en het uitgiet op den aardbodem: zijn naam is Heer.9 Hij richt over den sterke een verwoesting aan en brengt verwoesting over de vaste steden.10 Zij haten dengene, die hen in de poort bestraft, en verfoeien dengene, die heilzaam leert.11 Daarom, dat gij de armen onderdrukt en het koren met grote lasten van hen neemt, zo zult gij niet wonen in de huizen, die gij van uitgehouwen steen gebouwd hebt, en den wijn niet drinken, dien gij op de fraaie wijnbergen geplant hebt.12 Want Ik weet uwe overtredingen, die vele zijn, en uwe zonden, die zwaar zijn: hoe gij de rechtvaardigen benauwt en bloedgeld neemt en de armen in de poort onderdrukt.13 Daarom moet de verstandige in dien tijd zwijgen; want het is een boze tijd.14 Zoekt het goede en niet het kwade, opdat gij moogt leven: zo zal de Heer, de God Zebath, bij u zijn, gelijk gij roemt.15 Haat het kwade en hebt het goede lief; handhaaft het recht in de poort: zo zal de Heer, de God Zebath, den overgeblevenen van Jozef genadig zijn.
16 Daarom, Z spreekt de Heer, de God Zebath, de Heer: In alle wijken zal weeklacht zijn en op alle straten zal men zeggen: Wee, wee, en men zal den akkerman tot treuren roepen en wie wenen kan tot weeklagen.17 In alle wijngaarden zal weeklacht zijn; want Ik zal door het midden van u trekken, spreekt de Heer.18 Wee hun, die naar den dag des Heren verlangen! Wat zal die dag u wezen? De dag des Heren is duisternis en geen licht.19 Gelijk wanneer iemand voor een leeuw vlood en een beer ontmoette hem; en alsof iemand in een huis kwam en leunde met de hand aan den wand en ene slang beet hem.20 Want de dag des Heren zal immers duister en niet licht zijn, donker en niet helder.
21 Ik haat uwe feestdagen en veracht ze, en Ik mag uwe vergaderingen niet ruiken.22 Ja, of gij Mij al brandoffers en spijsoffers offert, zo heb Ik er geen behagen aan; ook mag Ik uwe vette dankoffers niet aanzien.23 Doe weg van Mij het getier uwer liederen; Ik mag uw snarenspel niet horen.24 Maar het recht zal geopenbaard worden als water en de gerechtigheid als een sterke stroom.25 Hebt gij, o huis van Israls, Mij wel slachtoffers en spijsoffers geofferd in de woestijn, veertig jaar lang?26 Gij zult wegdragen Sikkuth, uwen koning en Kiun, uw sterregod, de beelden, die gij u zelf gemaakt hebt.27 Zo wil Ik u vanhier tot ver boven Damaskus laten wegvoeren, spreekt de Heer, wiens naam is God Zebath.