the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Handelingen 2
1 En toen de dag van Pinksteren verschenen was, waren zij allen eendrachtig bij elkander.2 En er geschiedde plotseling een geruis van den hemel, als van een geweldigen wind en vervulde het gehele huis waar zij zaten;3 en men zag aan hen gedeelde tongen als van vuur; en het zette zich op elk van hen.4 En zij werden allen vol van den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met andere tongen, naardat de Geest hun gaf uit te spreken.
5 En er waren Joden, te Jeruzalem wonende, godvruchtige mannen uit allerlei volk, dat onder den hemel is.6 Toen nu deze stem geschiedde, kwam de menigte te zamen en werd verbaasd, want ieder hoorde hen in zijne eigene taal spreken.7 En zij ontzetten zich allen en verwonderden zich, en zeiden onder elkander: Zie, zijn niet allen dezen, die daar spreken, Galilers?8 Hoe horen wij hen dan, ieder in onze eigene taal, in welke wij geboren zijn?9 Parthers en Meders en Elamieten, en die wonen in Mesopotami, en in Juda en Kappadoci, Pontus en Azi,10 Frygi en Pamfyli, Egypte en de streken van Liby bij Cyrne, en hier vertoevende Romeinen, Joden en Jodengenoten,11 Kretenzers en Arabieren, --wij horen hen in onze talen de grote daden Gods spreken.12 En zij ontzetten zich allen en werden verbijsterd, zeggende de een tot den ander: Wat mag dit zijn?13 Maar anderen hadden hunnen spot daarmede, en zeiden: Zij zijn vol zoeten wijn.
14 Toen trad Petrus op met de elve, en verhief zijne stem en zeide tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijne woorden uw oren ingaan.15 Dezen toch zijn niet dronken, gelijk gij meent, nademaal het eerst de derde ure van den dag is;16 maar dit is het wat gezegd is door den profeet Jol:17 "En het zal geschieden in de laatste dagen, zegt God, Ik zal van mijnen Geest uitstorten op alle vlees; en uwe zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uwe ouden zullen dromen hebben;18 en ook op mijne dienstknechten en op mijne dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijnen Geest uitstorten, en zij zullen profeteren.19 En Ik zal wonderen geven boven aan den hemel, en tekenen beneden op de aarde, bloed en vuur en rookdamp.20 De zon zal in duisternis en de maan in bloed veranderd worden, eer de grote en luisterrijke dag des Heren komt.21 En het zal geschieden, dat wie den naam des Heren zal aanroepen, zalig zal worden".22 Gij mannen van Isral, hoort deze woorden: Jezus van Nazaret, een man, aan wien God onder u getuigenis heeft gegeven door daden en wonderen en tekenen, die God door hem gedaan heeft in het midden van u, gelijk gij ook zelve weet:23 dezen, nadat hij volgens Gods bepaalden raad en voor kennis overgegeven was, hebt gij genomen en door de handen van onrechtvaardigen aangehecht en gedood.24 Hem nu heeft God opgewekt, en ontbonden van de smarten des doods, nademaal het onmogelijk was, dat hij door dezen zou worden vastgehouden.25 Want David zegt van hem: "Ik heb den Heer altijd gesteld voor mijn aangezicht; want hij is aan mijne rechterhand, opdat ik niet wankele.26 Daarom is mijn hart vrolijk, en mijne tong verheugt zich; ja ook mijn vlees zal rusten in hope.27 Want gij zult mijne ziel niet in het dodenrijk laten, ook niet toelaten, dat uw Heilige het bederf zie.28 Gij hebt mij de wegen des levens bekendgemaakt; gij zult mij vervullen met vreugde voor uw aangezicht".29 Gij, mannen broeders, laat mij vrij tot u spreken van den aartsvader David. Hij is gestorven en begraven en zijn graf is bij ons tot op dezen dag.30 Dewijl hij echter een profeet was, en wist, dat God hem beloofd had met een eed, dat de vrucht zijner lende op zijnen troon zou zitten,31 zo heeft hij het voorzien, en gesproken van de opstanding van Christus, dat zijne ziel niet gelaten is in het dodenrijk, en zijn vlees het bederf niet heeft gezien.32 Dezen Jezus heeft God opgewekt; daarvan zijn wij allen getuigen.33 Nu hij door de rechterhand Gods verhoogd is, en ontvangen heeft de belofte des Heiligen Geestes van den Vader, heeft hij uitgestort hetgeen gij nu ziet en hoort.34 Want David is niet ten hemel gevaren, maar hij zegt: "De Heer heeft gezegd tot mijnen Heer: Zet u aan mijne rechterhand,35 totdat Ik uwe vijanden leg tot ene voetbank uwer voeten".36 Zo wete nu het gehele huis Israls zekerlijk, dat God dezen Jezus, dien gij gekruisigd hebt, tot een Heer en Christus gemaakt heeft.
37 En toen zij nu dit hoorden, ging het hun door het hart, en zij zeiden tot Petrus en tot de andere apostelen: Mannen broeders, wat zullen wij doen?38 En Petrus zeide tot hen: Doet boete, en ieder late zich dopen in den naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; zo zult gij de gave des Heiligen Geestes ontvangen.39 Want u en uwen kinderen is deze belofte, en allen, die verre zijn, welke de Heer onze God hiertoe roepen zal.40 En met vele andere woorden betuigde en vermaande hij hen, en zeide: Laat u redden van dit verkeerd geslacht.41 Wie nu zijn woord gaarne aannamen, lieten zich dopen; en er werden op dien dag toegedaan omtrent drie duizend zielen.
42 En zij bleven volstandig in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de broodbreking, en in het gebed.43 En ene vrees kwam over alle zielen, en er geschiedden vele wonderen en tekenen door de apostelen.44 En allen die gelovig waren geworden, waren bij elkander en hielden alle dingen gemeen.45 Hunne goederen en have verkochten zij, en deelden ze uit onder allen, naardat elk van node had;46 en zij waren dagelijks en gestadig bij elkander in den tempel, en braken het brood in de huizen, en aten te zamen met verheuging en eenvoudigheid des harten,47 en loofden God, en waren in gunst bij het gehele volk. En de Heer deed dagelijks tot de gemeente, die zalig werden.