the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Handelingen 1
1 Het eerste verhaal heb ik gedaan, o Theofilus, van al hetgeen Jezus begonnen heeft beide te doen en te leren,2 tot op den dag dat hij opgenomen werd, nadat hij den apostelen, die hij verkoren had, door den Heiligen Geest zijne bevelen gegeven had;3 aan wie hij ook zichzelven, na zijn lijden, als den levende getoond heeft met menigerlei kentekenen, en veertig dagen lang verscheen hij hun en sprak van het rijk Gods.4 En toen hij hen vergaderd had, beval hij hun, dat zij van Jeruzalem niet zouden wijken, maar wachten op de belofte des Vaders, die gij zeide hij van mij gehoord hebt.5 Want Johannes heeft met water gedoopt, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.
6 Die nu samengekomen waren vraagden hem, en zeiden: Heer, zult gij in dezen tijd Isral het rijk wederoprichten?7 Maar hij zeide tot hen: Het betaamt u niet tijd of ure te weten, welke de Vader zijner macht heeft voorbehouden;8 maar gij zult kracht ontvangen, als de Heilige Geest op u komen zal, en gij zult mijne getuigen zijn, te Jeruzalem en in geheel Juda en Samari, en tot aan het einde der aarde.9 En toen hij dit gezegd had, werd hij opgenomen, dat zij het zagen, en ene wolk nam hem weg voor hunne ogen.10 En toen zij hem nazagen, terwijl hij ten hemel voer, zie, toen stonden bij hen twee mannen in witte klederen,11 die ook zeiden: Gij mannen van Galila, wat staat gij en ziet naar den hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is ten hemel, zal komen, gelijk gij hem ten hemel hebt zien varen.
12 Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem, van den berg genaamd de Olijfberg, die nabij Jeruzalem is, liggende van daar ene sabbatsreis.13 En toen zij binnenkwamen, klommen zij naar de opperzaal, waar zich ophielden Petrus en Jakobus, Johannes en Andras, Filippus en Thomas, Bartholomes en Matthes, Jakobus, de zoon van Alfes, en Simon Zelotes, en Judas, de zoon van Jakobus.14 Dezen allen volhardden eendrachtig in het gebed, met enige vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en zijne broeders.
15 En in die dagen trad Petrus op in het midden der jongeren, en zeide er was nu ene schaar bijeen van omtrent honderd en twintig personen:16 Mannen broeders, de schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door den mond van David voorzegd heeft aangaande Judas, die de leidsman was dergenen die Jezus gevangen namen;17 want hij was onder ons geteld en had dit ambt met ons verkregen.18 Deze heeft een akker verworven voor het onrechtvaardige loon, en voorover gestort, is hij door midden gebarsten, en al zijne ingewanden zijn uitgeschud.19 En het is bekend geworden aan allen die te Jeruzalem wonen, zodat die akker in hunne taal genaamd wordt Akeldama, dat is: Bloedakker.20 Want er staat geschreven in het boek der Psalmen: "Zijne woning worde woest, en er zij niemand die daarin wone", en: "Zijn opzienersambt ontvange een ander".21 Zo moet dan een der mannen, die bij ons geweest zijn al den tijd, in welken de Heer Jezus onder ons is in gegaan en uitgegaan,22 van den doop van Johannes tot op den dag, dat hij van ons genomen is, met ons getuige zijner opstanding worden.23 En zij stelden er twee, Jozef, genaamd Barsabas, met den bijnaam Justus, en Matthias.24 En zij baden en zeiden: Gij Heer, kenner van aller harten, wijs van deze twee n aan, dien Gij verkoren hebt,25 opdat hij ontvange deze bediening en het apostelambt, waarvan Judas is afgeweken, om heen te gaan naar zijne eigene plaats.26 En zij wierpen het lot over hen, en het lot viel op Matthias, en hij werd aan de elf apostelen toegevoegd.