the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Handelingen 18
1 Daarna scheidde Paulus van Athene, en kwam te Korinthe, en2 vond een zekeren Jood, genaamd Aquila, van geboorte uit Pontus, die onlangs uit Itali was gekomen, met zijne huisvrouw Priscilla, omdat keizer Claudius geboden had, dat alle Joden uit Rome zouden vertrekken; en tot hen ging hij in;3 en dewijl hij van hetzelfde handwerk was, bleef hij bij hen en arbeidde, want zij waren van handwerk tentenmakers.4 En hij leerde in de synagoge op elken sabbat, en overtuigde beiden, Joden en Grieken.5 En toen Silas en Timothes uit Macedoni kwamen, drong de Geest Paulus den Joden te betuigen, dat Jezus de Christus is.6 Maar toen zij wederstonden en lasterden, schudde hij zijne klederen uit en zeide tot hen: Uw bloed zij op uw hoofd! Ik ben rein, en zal van nu aan tot de heidenen gaan.
7 En hij ging van daar, en kwam in het huis van enen, genaamd Justus, die godvruchtig was, en wiens huis was allernaast de synagoge.8 En Krispus, de overste der synagoge, geloofde in den Heer met zijn gehele huis, en vele Korinthirs, die toehoorden, werden gelovig en lieten zich dopen.9 En de Heer zeide door een gezicht in den nacht tot Paulus: Vrees niet, maar spreek, en zwijg niet,10 want ik ben met u en niemand zal zich onderwinden u kwaad te doen, want ik heb een groot volk in deze stad.11 En hij bleef aldaar een jaar en zes maanden, en leerde hun het woord Gods.
12 Toen nu Gallio landvoogd in Achaja was, stonden de Joden gezamenlijk op tegen Paulus, en leidden hem voor den rechterstoel,13 zeggende: Deze overreedt de mensen om God te dienen tegen de Wet.14 En toen Paulus den mond wilde opendoen, zeide Gallio tot de Joden: Was het ene verongelijking of een schelmstuk, o Joden, zo zou ik geduldig horen,15 maar is het ene vraag over de leer en over namen en over de Wet onder u, dan moogt gijzelve toezien; ik wil daarover geen rechter zijn.16 En hij zond hen weg van den rechterstoel.17 Toen grepen al de Grieken Sosthenes, den overste der synagoge, en gaven hem slagen voor den rechterstoel; en Gallio trok zich niets daarvan aan.
18 En Paulus bleef nog lang aldaar; daarna nam hij afscheid van de broeders, en voer naar Syri; en bij hem waren Priscilla en Aquila, die te Kenchrea zijn hoofd geschoren had, want hij had ene gelofte gedaan.19 En hij kwam te Efeze aan, en liet hen aldaar, maar hij ging in de synagoge en sprak met de Joden.20 En zij baden hem, dat hij langer bij hen zou blijven, en hij bewilligde het niet,21 maar hij nam afscheid van hen, zeggende: Ik moet Vr alle dingen het aanstaande feest te Jeruzalem houden; zo God wil, zal ik weder tot u komen. En hij voer weg van Efeze.22 En te Cesara gekomen zijnde, ging hij op naar Jeruzalem, groette de gemeente, en trok af naar Antiochi:23 en nadat hij aldaar enigen tijd had vertoefd, ging hij verder, en doorreisde vervolgens het land van Galati en Frygi, en versterkte al de jongeren.
24 En er kwam te Efeze een zekere Jood, genaamd Apollos, van geboorte uit Alexandri, een welsprekend man, en machtig in de Schrift.25 Deze was onderwezen in den weg des Heren, en sprak met een vurigen geest, en leerde met naarstigheid van den Heer, maar hij kende alleen den doop van Johannes.26 Deze begon vrijmoedig te prediken in de synagoge. En toen Aquila en Priscilla hem gehoord hadden, namen zij hem tot zich, en leiden hem den weg Gods nog duidelijker uit.27 En toen hij naar Achaje wilde reizen, schreven de broeders, en vermaanden de jongeren, dat zij hem zouden aannemen. En toen hij daar gekomen was, bewees hij veel hulp aan degenen, die gelovig waren geworden door de genade.28 Want hij weerlegde de Joden met nadruk en openlijk, en bewees uit de Schriften, dat Jezus de Christus is.