the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
2 Koningen 11
1 Toen nu Athlia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, maakte zij zich op en roeide het gehele koninklijke geslacht uit.2 Doch Josba, de dochter van koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem weg uit des konings kinderen, die gedood werden, en deed hem met zijne voedster in de slaapkamer. En zij verborgen hem voor Athlia, dat hij niet gedood werd;3 en hij was met haar verstoken in het huis des Heren zes jaar, en Athlia was koningin in het land.
4 In het zevende jaar nu zond Jojada heen en nam de oversten over honderd van de lijfwachters en de trawanten, en liet hen tot zich in het huis des Heren komen, en maakte een verbond met hen, en nam een eed van hen in het huis des Heren, en vertoonde hun des konings zoon.5 En hij gebood hun, zeggende: Dit is het wat gij doen zult: een derde gedeelte van diegenen onder u, die op den sabbat den dienst hebben, zal de wacht waarnemen in het huis des konings,6 en een derde gedeelte zal zijn aan de poort Sur, en een derde gedeelte aan de poort, die achter de trawanten is; en gij zult de wacht waarnemen aan het huis Massa.7 En twee delen van u, allen die op den sabbat dienstvrij zijn, zullen de wacht waarnemen in het huis des Heren, rondom den koning.8 En gij zult u rondom den koning scharen, elk met zijne wapenen in de hand; en wie hier inkomt tussen de rijen, die sterve; en gij zult bij den koning zijn, als hij uit gaat en ingaat.9 En de oversten over honderd deden alles zoals de priester Jojada hun geboden had, en zij namen tot zich hunne mannen, die op den sabbat den dienst hadden, met degenen die op den sabbat dienstvrij waren, en kwamen tot den priester Jojada.10 En de priester gaf den hoofdlieden spiesen en schilden, die van koning David afkomstig en in het huis des Heren waren.11 En de trawanten stonden rondom den koning, elk met zijne wapenen in de hand, van den hoek des huizes ter rechterzijde af tot aan den hoek ter linkerzijde, naar het altaar en naar het huis toe, rondom den koning.12 En hij liet den zoon des konings voorkomen, en zette hem de kroon op, en gaf hem de getuigenis, en zij maakten hem koning en zalfden hem, en zij sloegen in de handen en spraken: Heil den koning!
13 En toen Athlia het geroep der trawanten en des volks hoorde, kwam zij tot het volk in het huis des Heren;14 en zij zag, en zie, toen stond de koning aan den pilaar, gelijk het de gewoonte was, en de oversten en trompetters bij den koning, en al het volk des lands was vrolijk, en zij bliezen op trompetten. Toen scheurde Athlia hare klederen en riep: Verraad, verraad!15 Maar de priester Jojada gebood den oversten over honderd, die over het heir gesteld waren, en sprak tot hen: Leidt haar het huis uit tussen de gelederen; en wie haar volgt, die sterve door het zwaard. Want de priester had gezegd: Dat zij in het huis des Heren niet sterve.16 En men maakte plaats voor haar aan beide zijden; en zij ging langs den weg, dien de paarden tot het huis des konings gaan, en werd aldaar gedood.
17 Toen maakte Jojada een verbond tussen den Heer en den koning en het volk, dat zij het volk des Heren zouden zijn, alsook tussen den koning en het volk.18 Toen ging al het volk des lands in het huis van Bal, en zij braken zijne altaren af, en verbrijzelden zijne beelden naar hunnen lust; en Mattan, den priester van Bal, doodden zij voor de altaren. En de priester bestelde de ambten in het huis des Heren,19 en nam de oversten over honderd en de lijfwacht en de trawanten, en al het volk des lands; en zij voerden den koning af van het huis des Heren, en kwamen langs den weg van de poort der trawanten tot des konings huis, en hij zette zich op den troon der koningen.20 En al het volk in het land was vrolijk, en de stad was in rust, nadat zij Athlia gedood hadden met het zwaard in het huis des konings.21 Joas was zeven jaar oud, toen hij koning werd.