Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

2 Kronieken 8

1 En na twintig jaren, in welke Salomo het huis des Heren en zijn huis gebouwd had,2 bouwde hij ook de steden, welke Hiram aan Salomo gaf, en liet de kinderen Israls daarin wonen.3 En Salomo trok naar Hama-Zobath en maakte zich er van meester.4 En hij bouwde Tadmor in de woestijn, en al de korensteden, welke hij bouwde in Hamath.5 Hij bouwde ook Opper Beth-Horon en Neder-Beth-Horon, die vaste steden waren, met muren, poorten en grendels;6 ook Balath, en al de korensteden, welke Salomo had, en al de steden der krijgswagens en die der ruiters, en alles wat Salomo lust had te bouwen, in Jeruzalem, en op den Libanon, en in het gehele land zijner heerschappij.7 En al het overgebleven volk van de Hethieten, Amorieten, Ferezieten, Hevieten en Jebusieten, die niet van de kinderen Israls waren,8 hunne kinderen, die zij nagelaten hadden in het land, die de kinderen Israls niet verdelgd hadden, maakte Salomo cijnsbaar tot op dezen dag.9 Doch van de kinderen Israls maakte Salomo geen knechten tot zijnen arbeid, maar zij waren krijgslieden, en oversten onder zijne vorsten, en oversten zijner wagens en ruiters.10 En de opperste ambtlieden van koning Salomo waren tweehonderd en vijftig, die over het volk bevel voerden.11 En Salomo liet de dochter van Farao opwaarts halen uit Davids stad naar het huis, hetwelk hij voor haar gebouwd had; want hij zeide: Mijne huisvrouw zal niet wonen in het huis van David, den koning van Isral; want het is geheiligd, dewijl de ark des Heren er ingekomen is.

12 Van toen af offerde Salomo den Heer brandoffers op het altaar des Heren, dat hij gebouwd had aan het voorhuis;13 wat op elken dag te offeren was naar het gebod van Mozes, op de sabbatten, nieuwemaandagen en bestemde tijden, driemaal 's jaars: op het feest der ongezuurde broden, op het feest der weken en op het feest der loofhutten.14 En hij stelde de priesters naar hunne afdelingen tot hun ambt, zoals David zijn vader het ingesteld had; en de Levieten op hunne wachten, om te loven en te dienen voor de priesters, elk op zijnen dag; en de deurwachters in hunne afdelingen, elk aan zijne poort; want Z had David, de man Gods, het bevolen.15 En men week niet af van het gebod des konings ten aanzien der priesters en Levieten, in alle zaken, ook omtrent de schatten.16 Alzo werd al het werk van Salomo bereid, van dien dag af, dat het huis des Heren gegrondvest werd, totdat hij het voltooide, dat het huis des Heren geheel voltooid was.17 Toen trok Salomo naar Ezeon-Gber, en naar Eloth aan den oever der zee, in het land Edom.18 En Hiram zond hem schepen door zijne knechten, en knechten, die op de zee ervaren waren; en zij voeren met Salomo's knechten naar Ofir, en haalden van daar vierhonderd en vijftig talenten goud, en brachten het tot koning Salomo.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile