Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

2 Kronieken 10

1 En Rehabeam trok naar Sichem, want geheel Isral was te Sichem gekomen om hem koning te maken.2 En toen Jerobeam, de zoon van Nebat, dat hoorde, terwijl hij in Egypte was, waarheen hij voor koning Salomo gevloden was, kwam hij weder uit Egypte;3 en zij zonden heen en lieten hem roepen. En Jerobeam en geheel Isral kwamen en spraken met Rehabeam, zeggende:4 Uw vader heeft ons juk te hard gemaakt, maakt gij nu den harden dienst uws vaders en het zware juk, dat hij ons opgelegd heeft, lichter, zo willen wij u onderdanig zijn.5 En hij zeide tot hen: Komt over drie dagen weder tot mij. Toen ging het volk heen.6 En koning Rehabeam hield raad met de oudsten, die voor zijnen vader Salomo gestaan hadden, toen hij leefde, zeggende: Welk antwoord raadt gij mij, dat ik aan dit volk geven zal?7 En zij spraken tot hem, zeggende: Indien gij jegens dit volk vriendelijk zult zijn, en hen welwillend behandelen en hun goede woorden geven zult, zo zullen zij u altoos onderdanig zijn.8 Doch hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem gegeven hadden, en hij hield raad met de jongelingen, die met hem opgewassen waren en Vr hem stonden, en hij sprak tot hen:9 Wat raadt gij, dat wij aan dit volk zullen antwoorden, die tot mij gezegd hebben: Maak het juk lichter, dat uw vader ons heeft opgelegd?10 En de jongelingen, die met hem opgewassen waren, spraken tot hem, zeggende: Gij zult aldus zeggen tot dit volk, dat met u gesproken heeft, zeggende: Uw vader heeft ons juk te zwaar gemaakt, maak gij het ons lichter, --aldus zult gij tot hen zeggen: Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan mijns vaders lendenen.11 Heeft mijn vader een zwaar juk op u geladen, zo wil ik uw juk nog zwaarder maken; heeft mijn vader u met geesels gekastijd, zo wil ik met schorpioenen kastijden.

12 Toen nu Jerobeam en al het volk tot Rehabeam kwam op den derden dag, gelijk de koning gesproken had, zeggende: Komt weder tot mij op den derden dag,13 gaf de koning hun een hard antwoord; en koning Rehabeam verliet den raad der oudsten,14 en hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Heeft mijn vader uw juk zwaar gemaakt, zo wil ik nog meer daaraan toevoegen; heeft mijn vader u met geesels gekastijd, ik wil u met schorpioenen kastijden.15 Alzo hoorde de koning niet naar het volk; want het was zo van God beschikt, opdat de Heer zijn woord bevestigde, hetwelk Hij gesproken had door Aha, den Siloniet, tot Jerobeam, den zoon van Nebat.16 Toen nu geheel Isral zag, dat de koning naar hen niet hoorde, antwoordde het volk den koning, zeggende: Wat deel hebben wij aan David, of wat erve aan den zoon van Isa? Elk naar zijne tent, o Isral! Voorzie nu uw huis, o David! En geheel Isral ging naar zijne tenten;17 zodat Rehabeam slechts regeerde over de kinderen Israls, die in de steden van Juda woonden.18 Koning Rehabeam nu zond Hadoram den rentmeester, doch de kinderen Israls stenigden hem, zodat hij stierf; en koning Rehabeam klom haastig op een wagen om naar Jeruzalem te vluchten.19 Alzo viel Isral van het huis van David af tot op dezen dag.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile