Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Samuël 19

1 En Saul sprak tot zijnen zoon Jonathan en tot al zijne knechten, dat zij David zouden doden. Doch Jonathan, Sauls zoon, had David zeer lief;2 en hij verkondigde het hem, zeggende: Saul, mijn vader, zoekt u te doden; zo wacht u nu tegen morgen, en bedek en verberg u.3 Ik nu zal uitgaan en naast mijnen vader staan op het veld, waar gij zijt, en zal met mijnen vader over u spreken; en wat ik bemerk, zal ik u bekendmaken.4 En Jonathan sprak goed van David tot Saul zijnen vader, en zeide tot hem: De koning bezondige zich niet aan zijnen knecht David, want hij heeft geen zonde tegen u gedaan, en zijn doen is u zeer nuttig,5 en hij heeft zijn leven in zijne hand gesteld en den Filistijn verslagen, en de Heer deed een groot heil aan geheel Isral; dit hebt gij gezien en u daarover verheugd. Waarom wilt gij u dan aan onschuldig bloed bezondigen, om David zonder oorzaak te doden?6 Toen hoorde Saul naar de stem van Jonathan en zwoer: Zo waarachtig als de Heer leeft, hij zal niet sterven.7 Toen riep Jonathan David, en zeide hem al deze woorden, en bracht hem tot Saul, zodat hij voor hem was als te voren.

8 En er ontstond weder een strijd, en David trok uit en streed tegen de Filistijnen, en richtte ene grote slachting aan, zodat zij voor hem vloden.9 En de boze geest van den Heer kwam weder over Saul; en hij zat in zijn huis, en had ene spies in zijne hand, en David speelde op de snaren met de hand.10 En Saul trachtte David met de spies aan den wand te spiesen; maar hij ontweek Saul, en de spies drong in den wand; en David vlood en ontkwam in dienzelfden nacht.

11 Doch Saul zond boden naar Davids huis, om hem te bewaken en hem des morgens te doden. Dit verkondigde Michal, zijne huisvrouw, aan David, zeggende: Is het, dat gij dezen nacht uw leven niet redt, zo moet gij morgen sterven.12 Toen liet Michal hem door het venster, neder, zodat hij heenging, vluchtte en het ontkwam.13 En Michal nam een beeld en legde dat in het bed, en legde een geitevel aan zijn hoofdeinde, en dekte het met klederen toe.14 Toen zond Saul boden om David te halen; maar zij sprak: Hij is ziek.15 En Saul zond de boden om David te zien, zeggende: Breng hem op het bed tot mij, opdat hij gedood worde.16 Toen nu de boden kwamen, zie zo lag het beeld in het bed, en een geitevel aan het hoofdeinde.17 Toen sprak Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij bedrogen en mijnen vijand laten gaan, dat hij het ontkwam? En Michal sprak tot Saul: Hij zeide mij: Laat mij gaan, of ik dood u.

18 Alzo vluchtte David en ontkwam het, en hij ging tot Samuel te Rama, en gaf hem te kennen al wat Saul hem gedaan had; en hij ging heen met Samuel, en zij bleven te Najoth.19 En men gaf Saul te kennen, zeggende: Zie, David is te Najoth bij Rama.20 Toen zond Saul boden om David te halen. En zij zagen een schaar van profeten profeterende, en Samuel was hun opziener; toen kwam de Geest Gods op de boden van Saul, dat zij ook profeteerden.21 Toen dat aan Saul gezegd werd, zond hij andere boden, en die profeteerden ook; toen zond hij ten derde male boden, en ook dezen profeteerden.22 Toen ging hij zelf naar Rama; en toen hij kwam aan den groten put te Sechu, vroeg hij en sprak: Waar is Samuel en David? En men zeide: Te Najoth bij Rama.23 En hij ging derwaarts naar Najoth bij Rama; en de Geest Gods kwam ook op hem, en hij ging voort en profeteerde, totdat hij kwam te Najoth bij Rama.24 En hij trok ook zijne klederen uit, en profeteerde insgelijks voor Samuel, en hij viel ontbloot neder dien gehelen dag en den gehelen nacht. Vandaar zegt men: Is Saul ook onder de profeten?

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile