the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Korinthiërs 3
1 En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke, maar als tot vleselijke mensen, tot jonge kinderen in Christus.2 Melk heb ik u te drinken gegeven, en geen vaste spijs, want gij kondt nog niet; ook kunt gij nu nog niet, want gij zijt nog vleselijk.3 Immers, als er naijver en twist en tweedracht onder u zijn, zijt gij dan niet vleselijk en wandelt gij niet naar menselijke wijze?4 Want als de een zegt: Ik ben van Paulus, en de ander: Ik ben van Apollos, zijt gij dan niet vleselijk?
5 Wie is dan Paulus, en wie is Apollos? Dienaars zijn zij, door welke gij zijt gelovig geworden, en dat gelijk de Heer aan elk gegeven heeft.6 Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft het gedijen gegeven.7 Zo is nu noch hij die plant, noch hij die begiet iets, maar God, die het gedijen geeft.8 Die nu plant en die begiet zijn n; maar ieder zal zijn loon ontvangen naar zijnen arbeid.9 Want wij zijn Gods medehelpers; gij zijt Gods akkerwerk en Gods gebouw.10 Door Gods genade, die mij gegeven is, heb ik den grond gelegd als een wijs bouwmeester; een ander bouwt er op. Maar ieder zie toe, hoe hij daarop bouwt.
11 Een anderen grond kan trouwens niemand leggen, dan die gelegd is, welke is Jezus Christus.12 Indien nu iemand op dezen grond bouwt goud, zilver, kostelijke stenen, hout, hooi, stoppels:13 zo zal ieders werk openbaar worden; de dag zal het openbaren, want het zal door vuur ontdekt worden; en hoedanig ieders werk is, zal het vuur beproeven.14 Indien iemands werk, dat hij daarop gebouwd heeft, blijven zal, zo zal hij loon ontvangen;15 maar indien iemands werk zal verbranden, zo zal hij er schade aan lijden; hij zelf zal wel behouden worden, doch zo, als door vuur heen.
16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in u woont?17 Zo iemand den tempel Gods verderft, dien zal God verderven; want de tempel Gods is heilig, welke gij zijt.
18 Niemand bedriege zichzelven: Wie onder u meent wijs te zijn in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge zijn.19 Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God. Want er staat geschreven: "De wijzen vangt hij in hunne arglistigheid";20 en wederom: "De Heer kent de gedachten der wijzen, dat ze ijdel zijn".
21 Daarom beroeme zich niemand op mensen; het is alles het uwe:22 hetzij Paulus of Apollos, hetzij Cfas, hetzij de wereld, hetzij leven of dood, hetzij het tegenwoordige of het toekomende, het is alles het uwe;23 maar gij zijt van Christus, en Christus van God.