the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Korinthiërs 12
1 Aangaande de geestelijke gaven, broeders, wil ik u niet onwetend laten.2 Gij weet, dat gij heidenen zijt geweest, en heengegaan zijt tot de stomme afgoden, zoals gij geleid werdt.3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand Jezus vervloekt, die door den Geest Gods spreekt; en niemand kan Jezus Heer noemen, dan door den Heiligen Geest.4 Er zijn menigerlei gaven, maar het is dezelfde Geest;5 en er zijn menigerlei ambten, maar het is dezelfde Heer;6 en er zijn menigerlei werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt.7 In elk betonen zich de gaven des Geestes tot algemeen voordeel.8 Den een wordt door den Geest gegeven een woord van wijsheid; aan een ander wordt gegeven een woord van kennis, door denzelfden Geest;9 aan een ander het geloof, door denzelfden Geest; aan een ander de gave om gezond te maken, door denzelfden Geest;10 aan een ander wonderen te doen; aan een ander profetie; aan een ander de geesten te onderscheiden; aan een ander menigerlei talen; aan een ander de talen uit te leggen.11 En dat alles werkt een en dezelfde Geest, en deelt aan elk het zijne toe, naardat hij wil.
12 Want gelijk het lichaam n is en nochtans vele leden heeft en al de leden van dit ne lichaam, hoewel zij vele zijn, nochtans n lichaam zijn, alzo ook Christus.13 Want wij allen zijn door nen Geest tot n lichaam gedoopt, hetzij wij Joden of Grieken, dienstknechten of vrijen zijn; en wij zijn allen met nen Geest gedrenkt.14 Want ook het lichaam is niet n lid, maar vele.15 Indien nu de voet zeide: Ik ben geen hand, daarom ben ik geen lid des lichaams--zou hij daarom geen lid des lichaams zijn?16 En indien het oor zeide: Ik ben geen oog, daarom ben ik geen lid des lichaams--zou het daarom geen lid des lichaams zijn?17 Indien het gehele lichaam oog was, waar bleef het gehoor? Indien het geheel gehoor was, waar bleef de reuk?18 Maar nu heeft God de leden elk in het bijzonder aan het lichaam gezet, zoals hij gewild heeft.19 Indien nu alle leden n lid waren, waar bleef het lichaam?20 Maar nu zijn er vele leden, doch het lichaam is n.21 Het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik behoef u niet; of wederom het hoofd tot de voeten: Ik behoef u niet.22 Maar veelmeer, de leden des lichaams, die ons dunken de zwakste te zijn, zijn de noodzakelijkste;23 en die ons dunken de minst geachte des lichaams te zijn, dezen doen wij de meeste eer aan; en die ons misstaan, die versiert men het meest.24 Want die ons welstaan, die behoeven het niet; maar God heeft het lichaam alzo samengevoegd, en aan het behoeftige lid de allermeeste eer gegeven,25 opdat er geen tweedracht in het lichaam zij, maar de leden voor elkander gelijkelijk zorgen.26 En indien n lid lijdt, lijden al de leden mede; en indien n lid in ere wordt gehouden, zo verblijden zich al de leden mede.
27 Gij nu zijt het lichaam van Christus, en leden, elk naar zijn deel.28 En God heeft gesteld in de gemeente ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leeraars, daarna wonderdoeners, daarna gaven om gezond te maken, helpers, regeerders, menigerlei talen.29 Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen leeraars? Zijn zij allen wonderdoeners?30 Hebben zij allen de gaven om gezond te maken? Spreken zij allen met menigerlei talen? Kunnen zij allen uitleggen?31 Doch streeft naar de beste gaven; en ik zal u een weg wijzen, die nog voortreffelijker is.