the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Kronieken 22
1 En David zeide: Hier zal het huis van God, den Heer, zijn, en hier het altaar tot het brandoffer van Isral.2 En David liet vergaderen de vreemdelingen, die in het land van Isral waren, en bestelde steenhouwers om stenen te houwen, om het huis Gods te bouwen.3 En David bereidde veel ijzer, tot nagels aan de deuren der poorten, en hetgeen er samen te voegen was, en zoveel koper, dat het niet te wegen was;4 ook onnoemelijk veel cederhout; want die van Sidon en Tyrus brachten veel cederhout tot David.5 Want David zeide: Mijn zoon Salomo is een jongeling en nog teder; en het huis, dat den Heer zal gebouwd worden, zal groot zijn, opdat zijn naam en roem verheven worde in alle landen: daarom zal ik hem voorraad verschaffen. Alzo verschafte David veel voorraad Vr zijnen dood.
6 En hij riep zijnen zoon Salomo, en gebood hem het huis van den Heer, den God van Isral, te bouwen,7 en sprak tot hem: Mijn zoon, ik had in den zin den naam van den Heer mijnen God een huis te bouwen;8 maar het woord des Heren kwam tot mij, zeggende: gij hebt veel bloed vergoten en grote oorlogen gevoerd, daarom zult gij mijnen naam geen huis bouwen, dewijl gij zoveel bloed op de aarde vergoten hebt voor mijne ogen.9 Zie, de zoon, die u geboren is, die zal een man der rust zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijne vijanden rondom; want hij zal Salomo heten, en Ik zal vrede en rust geven over Isral zijn leven lang.10 Die zal mijnen naam een huis bouwen; hij zal mijn zoon zijn en Ik zal zijn vader zijn; en Ik zal den troon van zijn koningschap over Isral bevestigen eeuwiglijk.11 Zo zal nu, mijn zoon, de Heer met u zijn, en gij zult voorspoedig zijn, en zult den Heer, uwen God, een huis bouwen, gelijk Hij van u gesproken heeft.12 Geve slechts de Heer u kloekheid en verstand om over Isral te bevelen, en de wet van den Heer, uwen God, te onderhouden.13 Dan zult gij voorspoedig zijn, als gij zorgvuldig zijt om te doen naar de geboden en rechten, welke de Heer door Mozes geboden heeft aan Isral. Wees welgemoed en onversaagd, vrees niet en wees niet verslagen.14 Zie, ik heb, in mijne onrust, voor het huis des Heren bereid honderd duizend talenten goud en duizendmaal duizend talenten zilver, alsook koper en ijzer onnoemelijk veel, want het is er in menigte; ook heb ik hout en steen toebereid, en bij dit alles kunt gij nog meer doen.15 Ook hebt gij vele arbeiders, steenhouwers en werklieden in steen en hout, en allerlei wijze lieden tot allerlei arbeid.16 Goud, zilver, koper en ijzer is er onnoemelijk veel. Zo maak u op en voer het uit, en de Heer zij met u.
17 En David gebood aan al de oversten van Isral, dat zij zijnen zoon Salomo helpen zouden, zeggende:18 Is niet de Heer, uw God, met u, en heeft Hij u geen rust gegeven? Want Hij heeft de inwoners des lands in mijne hand gegeven, en het land is tenondergebracht voor den Heer en voor zijn volk.19 Zo geeft dan nu uw hart en uwe ziel om den Heer, uwen God, te zoeken, en maakt u op en bouwt Gode den Heer een heiligdom, opdat men de ark des verbonds des Heren en de heilige vaten Gods brenge in het huis, hetwelk den naam des Heren gebouwd zal worden.