the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Kronieken 14
1 En Hiram, de koning van Tyrus, zond gezanten tot David, en cederhout, werklieden in steen en timmerlieden, om hem een huis te bouwen.2 En David merkte, dat de Heer hem als koning over Isral bevestigd had, want zijn koninkrijk werd verhoogd terwille van zijn volk Isral.3 En David nam te Jeruzalem nog meer vrouwen, en verwekte nog meer zonen en dochters.4 En die hem te Jeruzalem geboren werden, zijn aldus genaamd: Samma, Sobab, Nathan, Salomo,5 Jibhar, Elisa, Elplet,6 Nogah, Nefeg, Jafia,7 Elisama, Beljada en Eliflet.
8 Toen nu de Filistijnen hoorden, dat David gezalfd was tot koning over geheel Isral, trokken zij allen op om David te zoeken. Toen David dat hoorde, trok hij uit tegen hen.9 En de Filistijnen kwamen en legerden zich in de vallei Refam.10 En David vraagde God, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen, en wilt Gij hen in mijne hand geven? En de Heer sprak tot hem: Trek op, Ik heb hen in uwe hand gegeven.11 En toen zij optrokken naar Bal-Perazim, versloeg David hen aldaar; en David sprak: God heeft mijne vijanden door mijne hand gescheurd, gelijk het water zich scheurt. Daarom noemde men die plaats Bal-Perazim.12 En zij lieten hunne goden aldaar, en David liet die met vuur verbranden.13 En de Filistijnen trokken weder op, en legerden zich in de vallei.14 En David vraagde God nog eens; en God sprak tot hem: Gij zult niet recht op hen aantrekken, maar omsingel hen van achteren, om hen aan te treffen tegenover de moerbezinbomen;15 en als gij zult horen, dat een geruis door de toppen der moerbezinbomen gaat, zo kom uit tot den strijd, want God is uitgetrokken voor u om het heir der Filistijnen te slaan.16 En David deed, zoals God hem geboden had, en zij sloegen het heir der Filistijnen van Gibeon af tot Gezer toe.17 En Davids naam ging uit in alle landen, en de Heer liet zijne vrees komen over alle volken.