Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Kronieken 13

1 En David hield raad met de hoofdlieden over duizend en over honderd en met al de vorsten;2 en hij sprak tot de gehele gemeente van Isral: Behaagt het ulieden, en is het van den Heer, onzen God, zo laat ons overal uitzenden tot onze overige broeders in alle landen van Isral, en met hen tot de priesters en Levieten in de steden, met hare voorsteden, opdat zij tot ons vergaderd worden;3 en laat ons de ark onzes Gods tot ons halen, want in Sauls tijden zochten wij haar niet.4 Toen zeide de gehele gemeente, dat men alzo doen zou, want dit behaagde aan het volk.5 Alzo vergaderde David geheel Isral, van de Egyptische Sihor af, totdat men komt te Hamath, om de ark Gods te halen van Kirjath-Jearim.6 En David trok op met geheel Isral naar Bala, naar Kirjath-Jearim in Juda, om van daar op te voeren de ark van God, den Heer, die op de cherubs zit, waar de naam aangeroepen wordt.7 En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen uit Abinadabs huis; en Uzza en zijn broeder dreven den wagen.8 En David en geheel Isral speelden voor God uit al hunne macht, met liederen, met harpen, met fluiten, met trommels, met cymbalen en met bazuinen.

9 Toen zij nu kwamen aan den dorsvloer van Kidron, strekte Uzza zijne hand uit om de ark te houden, want de runderen traden terzijde uit.10 Toen ontstak de toorn des Heren over Uzza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijne hand had uitgestrekt naar de ark, zodat hij aldaar stierf voor God.11 Toen werd David bedroefd, omdat de Heer Uzza zo weggescheurd had; en hij noemde die plaats Perez-Uzza tot op dezen dag.12 En David vreesde voor God op dien dag, zeggende: Hoe zal ik de ark Gods tot mij brengen?13 Daarom liet hij de ark Gods niet tot zich brengen in de stad Davids, maar deed haar afwijken naar het huis van Obed-Edom, den Gethiet.14 Alzo bleef de ark Gods bij Obed-Edom in zijn huis drie maanden; en de Heer zegende het huis van Obed-Edom en al wat hij had.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile