Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Kronieken 15

1 En David bouwde zich huizen in zijne stad; en hij bereidde voor de ark Gods ene plaats, en maakte ene tent over haar.2 Voorts sprak David: Niemand zal de ark Gods dragen dan de Levieten; want hen heeft de Heer verkoren om de ark des Heren te dragen en Hem te dienen eeuwiglijk.3 Daarom vergaderde David geheel Isral te Jeruzalem, opdat zij de ark des Heren zouden opbrengen naar de plaats, die hij daartoe bereid had.4 En David bracht de kinderen van Aron en de Levieten bijeen;5 uit de kinderen van Kohath: Uril den overste, met zijne broeders, honderd en twintig;6 uit de kinderen van Merari: Asaja den overste, met zijne broeders, tweehonderd en twintig;7 uit Gersoms kinderen: Jol den overste, met zijne broeders, honderd en dertig:8 uit Elizafans kinderen: Semaja den overste, met zijne broeders, tweehonderd;9 uit Hebrons kinderen: Elil den overste, met zijne broeders, tachtig;10 uit Uzzils kinderen: Amminadab den overste, met zijne broeders, honderd en twaalf.11 En David riep de priesters Zadok en Abjathar, en de Levieten, namelijk: Uril, Asaja, Jol, Semaja, Elil, Amminadab;12 en hij sprak tot hen: Gijlieden zijt de hoofden der familin onder de Levieten; zo heiligt u en uwe broeders, om de ark van den Heer, den God van Isral, op te brengen naar de plaats, die ik voor haar bereid heb.13 Want te voren, toen gijlieden er niet waart, maakte de Heer onze God ene scheur onder ons, omdat wij Hem niet zochten zoals het behoorde.14 Alzo heiligden de priesters en de Levieten zich, om de ark van den Heer, den God van Isral, op te brengen.15 En de kinderen van Levi droegen de ark van God, den Heer, op hunne schouders, met de handbomen daaraan, zoals Mozes geboden had naar het woord des Heren.16 En David sprak tot de oversten der Levieten, dat zij hunne broeders tot zangers zouden stellen, met speeltuigen, fluiten, harpen en heldere cymbalen, om overluid te zingen met blijdschap.17 Zo stelden de Levieten Heman, den zoon van Jol, aan, en uit zijne broeders Asaf, den zoon van Berechja; en uit de zonen van Merari, hunne broeders, Ethan, den zoon van Kusaja;18 en met hen hunne broeders van het andere koor, namelijk: Zecharja, den zoon van Jazil, Semiramoth, Jehil, Unni, Eliab, Benaja, Maseja, Mittithja, Elifel, Mikneja, Obed-Edom en Jel, de deurwachters.19 En Heman, Asaf en Ethan waren zangers met koperen cymbalen, om die te doen weerklinken;20 en Zecharja, Azil, Semiramoth, Jehil, Unni, Eliab, Maseja, en Benaja, met fluiten bij den zang;21 en Mattithja, Elifel, Mikneja, Obed-Edom, Jel en Azazja, met harpen van acht snaren om het gezang te leiden.22 En Kenanja, de overste der Levieten, was opperzangmeester, om hen te onderwijzen in het zingen; want hij was verstandig.23 En Berechja en Elkana waren wachters aan de deur der ark.24 En Sebanja, Josafat, Nethanel, Amasai, Zecharja, Benaja en Elizer, de priesters, bliezen met trompetten Vr de ark Gods; en Obed-Edom en Jeha waren wachters aan de deur der ark.

25 Alzo gingen David en de oudsten van Isral en de oversten over duizend heen, om met vreugde uit het huis van Obed-Edom de ark des verbonds des Heren te halen.26 En toen God de Levieten hielp, die de ark des verbonds des Heren droegen, offerde men zeven varren en zeven rammen.27 En David had een linnen rok aan, alsook al de Levieten, die de ark droegen, en de zangers, en Kenanja de opperzangmeester met de zangers; ook had David een linnen lijfrok aan.28 Alzo bracht geheel Isral de ark des verbonds des Heren op, met juichen, bazuinen, trompetten en heldere cymbalen, met fluiten en harpen.29 Toen nu de ark des verbonds des Heren in de stad Davids kwam, zag Michal, Sauls dochter, uit het venster; en toen zij koning David zag dansen en spelen, verachtte zij hem in haar hart.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile