Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

1 Kronieken 10

1 En de Filistijnen streden tegen Isral; en die van Isral vloden voor de Filistijnen, en zij vielen verslagen op het gebergte Giba.2 En de Filistijnen hielden dicht achter Saul en zijne zonen aan, en zij versloegen Jonathan, Abinadab en Malkisa, de zonen van Saul.3 En de strijd werd hard tegen Saul, en de boogschutters troffen hem, en hij werd zeer gewond door de schutters.4 Toen sprak Saul tot zijnen wapendrager: Trek uw zwaard uit en doorsteek mij daarmede, opdat deze onbesnedenen niet komen en hunnen moedwil met mij drijven. Doch zijn wapendrager wilde niet, want hij vreesde zeer. Toen nam Saul zijn zwaard en viel er in.5 Toen nu zijn wapendrager zag, dat Saul dood was, viel hij ook in het zwaard en stierf.6 Alzo stierf Saul en zijne drie zonen; en zijn gehele huis kwam tevens om.7 Toen nu de mannen van Isral, die in de vallei waren, zagen, dat zij gevloden waren, en dat Saul en zijne zonen dood waren, verlieten zij hunne steden en vloden; en de Filistijnen kwamen en woonden daarin.

8 En des anderen daags kwamen de Filistijnen om de verslagenen te beroven, en zij vonden Saul en zijne zonen liggende op het gebergte Gilba.9 En zij plunderden hem uit, en namen zijn hoofd en zijne wapenen op, en zonden die in het land der Filistijnen rondom, en lieten het verkondigen voor hunne afgoden en het volk;10 en zij legden zijne wapenen in het huis huns gods, en zijnen schedel hechtten zij aan het huis van Dagon.11 Toen nu allen, die in Jabes in Gilead waren, hoorden al wat de Filistijnen aan Saul gedaan hadden,12 maakten al de strijdbare mannen zich op, en namen de lichamen van Saul en zijne zonen, en brachten ze naar Jabes, en begroeven hunne beenderen onder den eikenboom te Jabes, en vastten zeven dagen.13 Alzo stierf Saul in zijne misdaad, die hij tegen den Heer gedaan had, tegen het gebod des Heren, hetwelk hij niet gehouden had, en ook dat hij ene waarzegster had gevraagd;14 en omdat hij den Heer niet gevraagd had, doodde die hem, en keerde het koninkrijk tot David, den zoon van Isa.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile