the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
1 Kronieken 1
1 Adam, Seth, Enos,2 Kenan, Mahalalel, Jered,3 Henoch, Methuslah, Lamech,4 Noach, Sem, Cham en Jafeth.5 De zonen van Jafeth zijn deze: Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en Tiras.6 En Gomers zonen zijn: Askenaz, Rifath en Togarma.7 Javans zonen zijn: Elisa, Tarsisa, de Kittieten en Dodanieten.8 Chams zonen zijn: Kus, Mizram, Pt en Kanan.9 En de zonen van Kus zijn: Seba, Havila, Sabta, Raema en Sabtecha. En de zonen van Raema zijn: Scheba en Dedan.10 En Kus verwekte Nimrod: die begon een geweldenaar te zijn op de aarde.11 Mizram verwekte de Ludieten, Anamieten, Lehabieten, Naftuhieten,12 Pathrusieten, Kasluhieten, van welke voortgekomen zijn de Filistijnen en Kaftorieten.13 En Kanan verwekte Sidon, zijnen eersten zoon, en Heth,14 Jebusi, Amori, Girgasi,15 Hevi, Arki, Sini,16 Arvadi, Zemari en Hamathi.17 De zonen van Sem zijn deze: Elam, Assur, Arpachsad, Lud, Aram, Uz, Hul, Gether en Mesech.18 Arpachsad verwekte Selah; Selah verwekte Heber.19 En aan Heber werden twee zonen geboren: de een was genaamd Peleg, omdat in zijnen tijd het land verdeeld werd; en zijns broeders naam was Joktan.20 En Joktan verwekte Almodad, Selef, Hazarmveth, Jerah,21 Hadoram, Uzal, Dikla,22 Ebal, Abimal, Scheba,23 Ofir, Havila en Jobab: dezen allen waren zonen van Joktan.24 Sem, Arpachsad, Selah,25 Heber, Peleg, Rehu'26 Serug, Nahor, Terah,27 Abram, dat is Abraham.
28 En Abrahams zonen zijn: Izak en Ismal.29 Dit is hun geslacht: Ismals, eerste zoon was Nebajotli; voorts Kedar, Adbel, Mibsam,30 Misma, Duma, Massa, Hadad, Tema,31 Jetur, Nafis en Kedma; dit zijn de zonen van Ismal.32 Voorts de zonen van Ketura, Abrahams bijvrouw: zij baarde hem Zimran, Joksan, Medan, Midian, Jisbak, Suah. En Joksans zonen zijn: Scheba en Dedan.33 En Midians zonen zijn: Efa, Efer, Henoch, Abida, Elda. Dezen allen zijn zonen van Ketura.34 En Abraham verwekte Izak. En Izaks zonen zijn: Esau en Isral.35 De zonen van Esau zijn: Elifaz, Rehul, Jehus, Jalam en Korach.36 De zonen van Elifaz zijn: Teman, Omar, Zefi, Gatam, Kenaz, Timna, Amalek.37 De zonen van Rehul zijn: Nahath, Zerah, Samma en Mizza.38 De zonen van Ser zijn: Lotan, Sobal, Zibeon, Ana, Dison, Ezer en Disan.39 De zonen van Lotan zijn: Hori en Homam; en de zuster van Lotan was Timna.40 De zonen van Sobal zijn: Aljan, Manahath; Ebal, Sefi en Onam. Zibeons zonen zijn: Ajja en Ana.41 De zonen van Ana: Dison; en Disons zonen zijn: Hamran, Esban, Jithran, Keran42 De zonen van Ezer zijn: Bilhan, Zavan en Akan. Disans zonen zijn: Uz en Aran.43 En dit zijn de koningen, die in het land Edom geregeerd hebben, eer er een koning regeerde over de kinderen Israls: Bela, Beors zoon; en zijne stad was Dinhaba.44 En toen Bela stierf, werd Jobab, Zerahs zoon, van Bozra, koning in zijne plaats.45 En toen Jobab stierf, werd Husam, uit het land der Temanieten, koning in zijne plaats.46 Toen Husam stierf, werd Hadad, Bedads zoon, die de Midianieten versloeg in het veld der Moabieten, koning in zijne plaats; en zijne stad heette Avith.47 Toen Hadad stierf, werd Samla van Masreka koning in zijne plaats.48 Toen Samla stierf, werd Saul, van Rehoboth aan de rivier, koning in zijne plaats.49 Toen Saul stierf, werd Balhanan, Achbors zoon, koning in zijne plaats.50 Toen Balhanan stierf, werd Hadad koning in zijne plaats; en zijne stad heette Pa; en zijne huisvrouw was Mehetabel, Matreds dochter, die Mezahabs dochter was.51 En toen Hadad stierf, werden vorsten van Edom: de vorst Timma, de vorst Alja, de vorst Jetheth,52 de vorst Aholibama, de vorst Ela, de vorst Pinon,53 de vorst Kenaz, de vorst Teman, de vorst Mibzar,54 de vorst Magdil, de vorst Iram: dit zijn de vorsten van Edom.