the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 11
1 Voor den orkestmeester. Van David. Tot den Heer neem ik mijn toevlucht; wat zegt gij tot mij: Zwerf als een vogel naar het gebergte!2 Want zie, de bozen spannen den boog, leggen hun pijl op het koord om in het duister de oprechten van hart te treffen.3 Wanneer de pilaren worden omvergehaald, wat heeft de rechtschapene dan uitgericht? --
4 De Heer is in zijn heilig paleis, de Heer--in den hemel heeft hij zijn troon; zijn ogen zien op de wereld neder, zijn wimpers toetsen de mensenkinderen.5 De Heer toetst den rechtschapene en den boze, en den minnaar van geweld haat hij;6 hij zal over de bozen kolen vuurs en zwavel doen regenen, en een brandende wind is de hun beschoren beker;7 want de Heer is rechtvaardig, minnaar van gerechte daden; de oprechten zullen zijn aangezicht zien.