the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Psalmen 108
1 Een lied. Een psalm van David. (108-2) Gesterkt is mijn hart, o God; ik wil met zang en snarenspel roemen, ja, dat wil mijn gemoed.2 (108-3) Waak op, luit en citer; ik wil den dageraad wekken.3 (108-4) Ik wil u loven, Heer, onder de volken, en met stem en snaren u roemen onder de natien.4 (108-5) Want hoger dan de hemel is uw gunst, tot de wolken uw trouw.5 (108-6) Verhef u boven den hemel, o God, en over de ganse aarde worde uw heerlijkheid verbreid.
6 (108-7) Opdat uw geliefden verlost worden, brenge ons uw rechterhand redding en verhooring!7 (108-8) God heeft gesproken bij zijn heiligheid dat ik zal jubelen, Sichem verdelen en de vallei van Sukkoth uitmeten.8 (108-9) Mij behoort Gilead, mij Manasse, Efraim is de beschutting van mijn hoofd, Juda mijn heerschersstaf;9 (108-10) Moab is mijn waschbekken, op Edom werp ik mijn schoeisel, over Filistea zal ik juichen.10 (108-11) Wie zal mij voeren in de versterkte stad? wie geleidt mij tot Edom?11 (108-12) Gij toch, o God, hebt ons verworpen, en trekt, o God, niet uit in onze legerscharen.12 (108-13) Bied ons hulp tegen den onderdrukker, daar bijstand van mensen ijdel is.13 (108-14) Met God zullen wij kracht oefenen, en hij zal onze vijanden vertreden.