the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Numeri 4
1 De Heer sprak tot Mozes en Aaron:2 Neemt de som op van de Kehathieten die tot de Levieten behoren, naar hun geslachten en familien,3 van dertig jaar en daarboven tot vijftig jaar, alle dienstplichtigen tot het werk aan de tent der samenkomst.4 Hierin zal bestaan de dienst der Kehathieten aan de tent der samenkomst, de hoogheilige:5 Aaron en zijn zonen zullen, wanneer het kamp opgebroken wordt, naar binnen gaan, het tapijtvoorhangsel afnemen en daarmede de ark der Geboden bedekken.6 Dan zullen zij daarop een marokijnen dekkleed leggen, een geheel violetkleurig kleed er over uitspreiden en de draagstangen insteken.7 Ook over de toonbroodtafel zullen zij een violetkleurig kleed uitspreiden, en daarop de schotels, schalen, kroezen en plengkannen zetten terwijl het brood dat er voortdurend op moet zijn er op liggen zal.8 Dan moeten zij over dat alles een karmijnen kleed uitspreiden en dit met een marokijnen dekkleed bedekken, waarna zij de draagstangen insteken.9 Ook zullen zij een violetkleurig kleed nemen en daarmede den lichtkandelaar bedekken, met zijn lampen, snuiters, bakjes en alle olievaten waarmede zij den dienst daaraan waarnemen.10 Daarna zullen zij den luchter zelf met al het gereedschap dat er bij behoort op een marokijnen dekkleed plaatsen, en dan op de draagbaar.11 Ook over het gouden altaar zullen zij een violetkleurig kleed uitspreiden, het bedekken met een marokijnen dekkleed en de draagstangen insteken.12 Dan zullen zij al de gereedschappen nemen waarmede zij in het heilige dienst doen en die op een violetkleurig kleed plaatsen, ze bedekken met een marokijnen dekkleed en ze op de draagbaar zetten.13 Vervolgens zullen zij het altaar van as reinigen en een purperen kleed er over uitspreiden.14 Dan zullen zij daarop plaatsen al de gereedschappen die zij bij de bediening van het altaar gebruiken, de vuurpannen, vorken, schoppen en offerschalen, kortom al de altaargereedschappen, daarover een marokijnen dekkleed uitspreiden en de draagstangen insteken.15 Eerst nadat Aaron en zijn zonen, bij het opbreken van het kamp, gereed zijn met het bedekken van het heilige en al de daarbij behorende gereedschappen, zullen de Kehathieten binnentreden, om ze te vervoeren; maar zij zullen het heilige niet aanraken, opdat zij niet sterven.16 Dit is wat de Kehathieten te vervoeren hebben van de tent der samenkomst. En aan Eleazar, den zoon van den priester Aaron, was het opzicht toevertrouwd over de olie van den kandelaar, den offerwierook, het dagelijks meeloffer en de zalfolie, het opzicht over den gehelen tabernakel en alwat daarin was, zowel het heilige als de daarbij behorende gereedschappen.17 Toen sprak de Heer tot Mozes en Aaron:18 Zorgt, dat de geslachten der Kehathieten niet uit het midden der Levieten uitgeroeid worden.19 Dit zult gij hun doen, opdat zij in leven blijven en niet sterven wanneer zij tot het hoogheilige naderen: Aaron en zijn zonen zullen naar binnen gaan en hen aanstellen, ieder over zijn dienstwerk en zijn taak in het vervoeren;20 opdat zij niet binnenkomen en, door ook slechts een oogwenk het heilige te zien, het besterven.
21 De Heer sprak tot Mozes:22 Neem ook de som op van de Gersjonieten naar hun familien en geslachten;23 van dertig jaar en daarboven tot vijftig jaar zult gij hen monsteren, alle dienstplichtigen tot den arbeid aan de tent der samenkomst.24 Hierin zal de taak van de geslachten der Gersjonieten bij den dienst en het vervoeren bestaan:25 zij zullen de gordijnen van den tabernakel vervoeren, benevens de tent der samenkomst, haar dekkleed en het marokijnen dekkleed dat daar bovenop ligt; ook het tapijt voor den ingang van de tent der samenkomst;26 alsmede de zeilen van het voorhof, het tapijt voor den ingang der poort van het voorhof, dat rondom den tabernakel en het altaar is, de touwen die er bij behoren, alle gereedschappen voor den dienst er van, en alles wat er aan gedaan moet worden zullen zij verrichten.27 Volgens den last van Aaron en zijn zonen zullen de Gersjonieten hun gehele taak bij het vervoeren en bij hun gehelen dienst verrichten; en gij zult met name aanwijzen, wie van hen elk dier voorwerpen vervoeren zal.28 Dit is de taak van de geslachten der Gersjonieten aan de tent der samenkomst, en zij zullen hun plicht waarnemen onder de leiding van Ithamar, den zoon van den priester Aaron.29 De zonen van Merari zult gij naar hun geslachten en familien monsteren.30 Van dertig jaar af en daarboven tot vijftig jaar zult gij hen monsteren, alle dienstplichtingen tot het werk aan de tent der samenkomst.31 Dit zullen zij verplicht zijn te vervoeren en in de tent der samenkomst te behandelen: de stijlen, sluitbomen, pilaren en voetstukken van den tabernakel,32 de pilaren van het voorhof rondom, met hun voetstukken, pinnen en touwen, al de gereedschappen die er bij behoren en alwat er voor te bezorgen is. Met name zult gij aanwijzen, welke dienstvoorwerpen elk hunner vervoeren zal.33 Dit is de taak van de geslachten der Merarieten, om al de gevorderde werkzaamheden in de tent der samenkomst te verrichten, onder de leiding van Ithamar, den zoon van den priester Aaron.
34 Dientengevolge monsterden Mozes, Aaron en de vorsten der gemeente de Kehathieten, naar hun geslachten en familien,35 van dertig jaar af en daarboven tot vijftig jaar, alle dienstplichtigen tot het werk aan de tent der samenkomst.36 En hun gemonsterden, naar hun geslachten, waren tweeduizend zevenhonderd vijftig.37 Dit waren de gemonsterden der Kehathietische geslachten, allen die dienden aan de tent der samenkomst, die Mozes en Aaron, volgens des Heeren bevel door tussenkomst van Mozes, gemonsterd hebben.38 De gemonsterden der Gersjonieten naar hun geslachten en familien,39 van dertig jaar en daarboven tot vijftig jaar, alle dienstplichtingen tot het werk aan de tent der samenkomst,40 hun gemonsterden, naar hun geslachten en familien, waren tweeduizend zeshonderd dertig.41 Dit zijn de gemonsterden der Gersjonietische geslachten, allen die dienden aan de tent der samenkomst, die Mozes en Aaron, volgens des Heeren bevel door tussenkomst van Mozes, hebben gemonsterd.42 En de gemonsterden van de geslachten der Merarieten naar hun geslachten en familien,43 van dertig jaar en daarboven tot vijftig jaar, alle dienstplichtigen tot het werk aan de tent der samenkomst,44 hun gemonsterden naar hun geslachten, waren drieduizend tweehonderd.45 Dit zijn de gemonsterden der Merarietische geslachten, die Mozes en Aaron, volgens 's Heeren last door tussenkomst van Mozes, hebben gemonsterd.46 Al de gemonsterde Levieten, die door Mozes, Aaron en de vorsten van Israel zijn gemonsterd, naar hun geslachten en familien,47 van hun dertigste jaar en daarboven tot hun vijftigste jaar, allen die verplicht waren tot het dienstwerk en den arbeid des vervoers aan de tent der samenkomst,48 hun gemonsterden waren achtduizend vijfhonderd tachtig.49 Volgens des Heeren last door tussenkomst van Mozes monsterde men hen, ieder voor zijn eigen werk en taak in het vervoeren; zij werden gemonsterd zoals de Heer Mozes bevolen had.